Zo kunt u veilig en economisch gebruik van de armaturen van de volgende elementen gemakkelijk onderscheiden: de volgende typen: Normale tekst Spuiklep PA 110 (handmatig bediend) Kruisverwijzing Spuiklep MPA 110 (automatisch bediend) Opsommingen Deze armaturen worden hierna apparaat genoemd.
De volgende situaties gelden ook als niet correct: Gevaar voor ernstig lichamelijk letsel Het gebruik van het apparaat in niet-optimale Het apparaat staat tijdens bedrijf onder druk en conditie. kan heet zijn. Voer werkzaamheden aan het apparaat uitsluitend uit wanneer is voldaan aan ...
Kwalificatie personeel Bij de bewegende delen van het apparaat bestaat het gevaar van ernstige of dodelijke Vakpersoneel moet beschikken over kennis en beknellingen. Zorg er tijdens het bedrijf voor dat ervaring op de volgende gebieden: er zich geen personen binnen het bereik van de ...
Beschrijving Leveringsomvang en omschrijving apparaat De apparaten PA 110 en MPA 110 onderscheiden zich door de soort aandrijving. Hierna zijn de beide soorten aandrijving in aparte afbeeldingen weergegeven. De behuizing is bij beide apparaten identiek en is apart weergegeven.
Pagina 8
Aandrijving PA 110 Aanduiding Aanduiding Spindelbus Splitpen Knevel Scharnierpen Spindel Bout Hendelhelft Opzetstuk Bout en moer M8 Borgmoer Bout en moer M12 Hendelverlenging Drukveer Hendel, compleet Spanstift...
Pagina 9
Aandrijving MPA 110 De MPA 110 kan met twee verschillende membraanaandrijvingen N II of N III worden geleverd. Deze verschillen zitten met name in de grootte van de membraanoppervlakken. Benaming Benaming Membraanaandrijving Spanstift Moer Moer Spindelverlenging...
Pagina 10
Behuizing PA/MPA 110 Benaming Benaming Stopbus Tapeinden Scharnierschroefbout Spanstift Typeplaat op behuizing-bovendeel Zittingbus Behuizing-bovendeel Pakkingringen Kerfsstift Klep Beugelflens Typeplaat op onderste deel behuizing Ring Onderste deel behuizing Moer Moer...
Pagina 11
Het apparaat voldoet aan deze richtlijn (zie de Montageset 332614 voor het ombouwen van paragraaf "Inbouwverklaring") en kan worden een PA 110 naar een membraanaandrijving gebruikt voor de volgende media: Membraanaandrijving voor PA 110: Media in fluidgroep 2 ...
Beschadiging van het apparaat bij verkeerde opslag of onjuist transport. Werking Sluit alle openingen af met de De PA 110 is bedoeld voor handmatige bediening. meegeleverde of vergelijkbare Voor de spuiprocedure wordt hij handmatig met een afdekkingen. hendel gedurende ongeveer twee à drie seconden ...
Apparaat transporteren Neem contact op met de leverancier, wanneer u transportschade constateert. Gevaar De aansluitingen kunnen bij levering zijn afgesloten met afsluitpluggen. Letselgevaar bij het naar beneden vallen van het apparaat of onderdelen daarvan. Verwijder de afsluitpluggen voorafgaande aan de montage.
Ondersteun de membraanaandrijving bij inbouwstand met schuine of liggende spindel bouwzijdig. Bevestig de hendelverlenging bij PA 110 parallel aan de klepas, wanneer de klep in een loodrecht naar beneden voerende leiding wordt ingebouwd. Verifieer dat de leidinglengte tussen stoomketel...
Pagina 15
Na de inbouw in de leiding moet u bij apparaten van het type PA 110 de hendelverlenging monteren. Verwijder de bouten en moeren (5, 6) van de hendelhelften (4). Verwijder de transporthuls tussen de hendelhelften.
De intervallen waarmee u de spuiprocedure moet uitvoeren, moeten individueel voor elke ketel worden bepaald en moeten door de exploitant worden vastgelegd. PA 110 gebruiken De naar beneden gedrukte hendel staat onder Spuiprocedure uitvoeren veerkracht. Breng de hendel langzaam terug in de Waarschuwing uitgangspositie.
Pagina 17
Reinig de onderdelen van het apparaat. Vervang defecte componenten. Draai om de hendel te vergrendelen de knevel rechtsom tot de aanslag. Klep permanent openen Waarschuwing Verbrandingsgevaar door hete onderdelen tijdens bedrijf. Draag geïsoleerde en temperatuurbestendige veiligheidshandschoenen bij het bedienen van de hendel.
MPA 110 gebruiken Gevaar Tijdens het bedrijf kunt u geen werkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. Bij werkzaamheden aan de leidingen is ernstig of dodelijk letsel mogelijk. Zorg er voor dat er geen hete of Waarschuwing gevaarlijke media aanwezig zijn in de Beknellingsgevaar bij bewegelijke delen.
Aandraaimomenten Opgelet! Opgelet! Schade aan het apparaat door onvakkundige Functiestoringen door verkeerde onderhoudswerkzaamheden. draaimomenten. Zorg ervoor dat alle Draai de in de volgende tabel onderhoudswerkzaamheden worden vermelde bouten en moeren uitgevoerd door vakpersoneel. uitsluitend aan met het daar vermelde draaimoment.
Apparaat repareren en Stopbus nastellen reserveonderdelen inbouwen Trek bij lekkage aan de stopbusflens de stopbus na. Trek de moeren (37) op de stopbus zo ver aan U kunt de volgende onderdelen van het apparaat bij dat aan de volgende condities is voldaan: slijtage of schade vervangen: Het apparaat moet dicht zijn, maar bedienen moet ...
Apparaat demonteren Verwijder de beide moeren (38), waarmee de membraanaandrijving is bevestigd. Hendelaandrijving op PA 110 demonteren Til de membraanaandrijving van de flens. Verwijder de splitpennen (9) uit de scharnierpen (10). Verwijder de spanstift tussen spindelverlenging (19) en klep (26).
Pagina 24
Pakking en klep demonteren Zittingbus demonteren Demonteer de aandrijving. Demonteer de aandrijving. Draai de moeren (37) op de Demonteer de pakking en de klep. scharnierschroefbout (22) los. Tik de zittingbus (32) met een slagdoorn van ...
Apparaat samenbouwen Pakking monteren Plaats de bus (25) van de pakking. Plaats de nieuwe pakkingringen (33). Waarschuwing Plaats de stopbus (21). Letselgevaar door uittredend heet medium. Monteer het onderste deel van de behuizing Wanneer het boven- en onderste deel (28).
Apparaat ombouwen Hendelaandrijving op PA 110 monteren Plaats de veer (15). U kunt de handmatig bediende PA 110 ombouwen Plaats het element (12) inclusief de spindel. naar een MPA 110 met membraanaandrijving. Hiervoor heeft u de montageset 332614 en één van ...
Pagina 27
Membraanaandrijving monteren Schroef de spindelverlenging (19) op de klep (26). Lijn het aanwezige gat in de spindelverlenging uit met het gat in de klep. Boor met een 5 mm (tolerantie +0,075 mm) boor door spindelverlenging en klep. Opgelet! Beschadiging aan de spindel door ondeskundig ingeslagen spanstift.
Fouten of storingen verhelpen Kenmerk Oorzaak Maatregel De klep beweegt schokkerig of Storing in de aandrijving of Volg de aanwijzingen op in de moeilijk, of deze blokkeert. toebehorende componenten. gebruiksaanwijzing van de aandrijving of de toebehorende componenten. Storing van de besturing. Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing van de besturing op.
Apparaat uit bedrijf nemen Apparaat demonteren Schadelijke stoffen verwijderen Gevaar Bij werkzaamheden aan de leidingen is Gevaar ernstig of dodelijk letsel mogelijk. Bij apparaten die zijn ingezet in Zorg er voor dat er geen hete of gecontamineerde zones bestaat gevaar gevaarlijke media aanwezig zijn in de van ernstig of dodelijk letsel door leidingen.
Apparaat na opslag opnieuw gebruiken U kunt het apparaat demonteren en op een andere plaats opnieuw gebruiken, wanneer u voldoet aan de volgende voorwaarden: Waarborg, dat alle mediumresten uit het apparaat zijn verwijderd. Waarborg dat de aansluitingen in optimale toestand verkeren.
Apparaat afvoeren Voorzichtig Milieuschade door resten van giftige media mogelijk. Zorg er vóór het afvoeren voor dat het apparaat is gereinigd en geen mediumresten meer bevat. Voer alle materialen af volgens de op de locatie geldende bepalingen. Het apparaat bestaat uit de volgende materialen: Onderdeel ASTM Behuizing...
Technische gegevens Afmetingen en gewichten PA 110 MPA 110 Maat [mm] N II* N III* H5 (benodigde vrije ruimte) Zie volgende tabel * Membraanaandrijving...
Pagina 33
Soort aansluiting Maat Gewicht, ca. [kg] L1 [mm] PA 110 MPA 110/NII MPA 110/NIII Flens PN 63/100/160, DN25 Flens PN 250, DN25 Flens Class 400/600, DN25 Flens Class 900/1500, DN25 Laseind, EN of ASME DN25 Speciaal leidinglaseind, DN25 Lasmof...
Capaciteit Het diagram toont de maximale doorstroomhoeveelheid van warm water. Het drukverschil is van invloed op de doorstroomhoeveelheid. Het drukverschil is de druk vóór min de druk achter het apparaat. Doorstroomhoeveelheid Drukverschil...
Stuurdruk voor MPA 110 Het stuurmedium voor de membraanaandrijving is Bepaal de minimale stuurdruk afhankelijk van perslucht. De stuurdruk mag maximaal 6 bar het drukverschil en de aandrijving op basis van bedragen. het volgende diagram. Drukverschil Stuurdruk N II Aandrijving voor drukverschil tot 160 bar/2320 psi N III Aandrijving voor drukverschil boven 160 bar/2320 psi...
Pagina 36
Toepassingsgrenzen PA 110, MPA 110 Soort aansluiting Flens PN 160 en laseinden EN (voor leiding 33,7 × > 2,6) Druk p [barg] Temperatuur T [°C] Maximale druk bij kooktemperatuur [bar/°C] 154/344 Grenswaarden voor bestendigheid van behuizing/kap conform EN 1092-1 Soort aansluiting Flens PN 250 en laseinden EN (voor leiding 33,7 ×...
Details omtrent de conformiteit van het instrument conform de Europese richtlijnen vindt u in onze conformiteitsverklaring of onze fabrikantverklaring. U kunt de geldige conformiteitsverklaring of de fabrikantverklaring via het volgende adres aanvragen: GESTRA AG Münchener Straße 77 28215 Bremen Germany Telefon +49 421 3503-0...