De luchtkap, vloeistofkop en naald vervangen
Afbeelding 7‐2 Vervanging van luchtkap, vloeistofkop en naald
3. Bevestigingsring
4. Naald
5. Contactveer
E 2009 Nordson Corporation
1. Zet de pistoolbesturing uit en aard de pistoolelektrode.
2. Zet het vloeistoftoevoersysteem uit en laat de vloeistofdruk af. Trigger
het pistool om de eventueel achtergebleven druk af te laten.
3. Zie afbeelding 7‐2. Draai de bevestigingsring (3) los en verwijder deze
en haal de luchtkap (A) van het verlengstuk (6).
LET OP: Om schade aan de naald of de vloeistofkopzitting te voorkomen,
moet het pistool getriggerd blijven tijdens het verwijderen of installeren van
de vloeistofkop.
4. Trigger het pistool en houd getriggerd terwijl u de vloeistofkop (B)
losdraait van het verlengstuk.
5. Pak de naald (4) met uw vingers beet en trek deze samen met de
contactveer (5) uit het pakkingelement (7). Haak zo nodig de gebogen
puntbektang onder de hoeken van de platte naaldvlakken om te kunnen
verwijderen. Maak geen krassen op de naald.
6. De naaldset bevat ook een nieuwe contactveer. Installeer de contactveer
aan de naald en druk vervolgens de nieuwe naald in het uiteinde van het
pakkingelement tot hij op zijn plaats vastklikt. Verbuig de elektrode niet.
7. Controleer of de O‐ring (C) in de groef van de vloeistofkop (B) valt.
Breng O‐ring vet aan op de O‐ring.
LET OP: Als de vloeistofkop te strak wordt aangehaald, helpt dat niet om
vloeistoflekkage te verhelpen of te voorkomen. Als er coatingmateriaal
weglekt rondom de vloeistofkop, vervang dan de O‐ring.
8. Trigger het pistool en houd dit getriggerd terwijl u de nieuwe vloeistofkop
in het verlengstuk draait. Zet de vloeistofkop stevig vast maar overdrijf
niet.
9. Installeer de luchtkap (A) in de bevestigingsring en draai de
bevestigingsring (3) op het verlengstuk. Zorg dat de luchtkap
gecentreerd wordt bevestigd op de vloeistofkop. Houd de luchtkap in de
gewenste positie en draai de bevestigingsring vast totdat deze stevig zit.
Draai de bevestigingsring niet te strak aan.
OPMERKING: Luchtverstuivingtype luchtkappen nr. 991 en 992 zijn bij
levering permanent geïnstalleerd in de bevestigingsringen. Deze
bevestigingsringen kunnen niet worden gebruikt met de luchtkappen nr.
985-988, deze gebruiken de standaardbevestigingsring meegeleverd met
het spuitpistool.
4
C
B
A
3
6. Verlengstuk
7. Pakkingelement
6
5
Reparatie
7
A. Luchtkap
B. Vloeistofkop
C. O‐ring
P/N 7179427A
7‐3