Inhoudsopgave
Advertenties
Doorgeleiding en weerstand van versterker en naald
controleren
Afbeelding 6‐2 Doorgeleiding en weerstand van versterker en naald controleren
E 2009 Nordson Corporation
Zie afbeelding 6‐2.
De versterker moet 277-340 megohm bij 500 volt aangeven.
De naald moet 18,8-22,8 megohm bij 500 volt aangeven.
OPMERKING: De polariteit van de versterkerdioden moet correct zijn om de
weerstand te kunnen meten.
1. Sluit om de versterker door te meten de massapen (nulleider) van de
megohmmeter aan op de contactveer.
2. Sluit de andere testpen van de megohmmeter aan op een van de drie
pennen (1) op het uiteinde van de versterker.
Als de meetwaarde van de versterker of de naald niet correct is, moeten
deze worden vervangen. Zie onder Versterker vervangen in hoofdstuk 6
Reparatie.
Controle van versterker
277-340 M bij 500 V
Controle van resistor
18,8-22,8 M bij 500 V
Problemen en oplossingen
Nulleider
P/N 7179427A
6‐7
Advertenties
Inhoudsopgave
