Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Spuitwerking Afstellen; Afstellingen Voor Vloeistofdruk En Doorstroomwaarde - Nordson Trilogy Gebruikershandleiding

Voor hvlp/luchtverstuiving bij oplosmiddelgedragen coatings
Verberg thumbnails Zie ook voor Trilogy:
Inhoudsopgave

Advertenties

4‐2
Gebruik
Het systeem starten

De spuitwerking afstellen

Afstellingen voor vloeistofdruk en doorstroomwaarde

P/N 7179427A
(vervolg)
3. Start het vloeistoftoevoersysteem en breng het systeem op druk.
Verhoog de druk niet boven 6,9 bar (100 psi).
4. Zet de vloeistofverwarmer aan, indien gebruikt. Verwarm niet tot boven
82 _C (180 _F).
5. Controleer het vloeistoftoevoersysteem op lekkage. Gebruik het systeem
niet als er lekkage is.
6. Controleer of het pistool in de spuitcabine is gericht en of de
cabineafzuigventilatoren draaien. Trigger het spuitpistool en stel de
drukken voor verstuivingslucht, patroonlucht en vloeistof in om het
gewenste verstuivingsbeeld en spuitpatroon te verkrijgen. Raadpleeg
Afstellen van spuitpatroon en verstuiving op pagina 4‐3.
7. Zet de pistoolbesturing aan.
8. Trigger het pistool en gebruik een niet-ladende kV-meter van Nordson
om de maximum kV-afgifte van de spanningsversterker in het pistool af te
lezen. Gebruik deze informatie en de waarden verkregen in
Storingzoeken bij elektrostatische problemen op pagina 6‐6 als
basisinformatie bij het storingzoeken.
9. Bij gebruik van HVLP-type luchtkappen en vloeistofkoppen:
raadpleeg Testen van HVLP-werking op pagina 4‐5.
Zet de verstuivingslucht en patroonlucht uit en controleer de
vloeistofdoorstroomwaarde.
Voor een optimale verstuiving moet de vloeistofdruk zodanig worden
gekozen dat de onverstoven vloeistofstraal op een afstand van 25,4-35,6 cm
(10-14 in.) vanaf de vloeistofkop uiteenvalt. Als bij de gewenste
doorstroomwaarde de vloeistofstroom niet uiteenvalt zoals aangegeven,
monteer dan een grotere vloeistofkop en pas de vloeistofdruk aan totdat de
afstand van 25,4 - 35,6 cm (10-14 in.) wel wordt gehaald.
OPMERKING: Gebruik een externe vloeistofdrukregelaar voor afregeling
van de doorstroomwaarde en de druk. Stel na installatie hiervan de
vloeistofversteller aan het pistool zo in dat bij triggeren van het pistool de
vloeistof volledig doorstroomt.
Als er grote aanpassingen in doorstroomwaarde nodig zijn, stel dan de
vloeistoftoevoerdruk bij of gebruik de eerstvolgende kleinere of grotere
vloeistofkop.
Het beste resultaat verkrijgt u door de vloeistofdoorstroomwaarde zodanig
in te stellen dat de vloeistof volledig doorstroomt. Wanneer u vervolgens de
slag van de naald tot minder dan de helft moet verkleinen, gebruikt u een te
grote vloeistofkop.
Draai altijd de contramoer aan nadat de vloeistofdoorstroomwaarde is
aangepast. Als de contramoer niet wordt vastgezet zal bij triggeren van het
pistool de vloeistofversteller in het huis gaan draaien, de slag van de naald
en de doorstroomwaarde worden dan onbedoeld gewijzigd.
E 2009 Nordson Corporation

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave