7‐2
Reparatie
Benodigd gereedschap en materiaal
Voorbereiden op reparatie
P/N 7179427A
Controleer voordat u de reparatietaken beschreven in dit hoofdstuk uitvoert
of u beschikt over het volgende gereedschap en materiaal:
S
Zie afbeelding 7‐1: Combinatiegereedschap meegeleverd met uw
spuitpistool
S
Puntbektang (meegeleverd met het spuitpistool)
S
5
/
-in. inbussleutel
32
S
Rechte schroevendraaier
S
Onderhoudssets en vervangingsonderdelen
S
Verwijderbaar schroefdraadborgmiddel
S
Diëlektrisch vet
S
O‐ring vet (MagnaLube G of gelijkwaardig vet op PTFE-basis)
S
Afdicht-/hechtmiddel voor pijpen/schroefdraad/vloeistof
OPMERKING: Zie het hoofdstuk Onderdelen voor de onderhoudssets en de
betreffende onderdeelnummers.
A
B
Afbeelding 7‐1 Combinatiegereedschap
A. Schroevendraaier
1. Zet de pistoolbesturing uit en aard de pistoolelektrode om een eventueel
nog resterende elektrostatische lading af te voeren.
2. Spoel het vloeistoftoevoersysteem, de vloeistofslang en het spuitpistool
door.
3. Zet het vloeistoftoevoersysteem uit. Laat de vloeistofdruk af uit het
systeem. Trigger het pistool om zo eventueel resterende druk af te laten.
4. Zet de toevoer voor verstuivingslucht, patroonlucht en triggerlucht uit.
5. Ontkoppel de pistoolkabel van de verlengkabel.
6. Ontkoppel de vloeistof- en luchtslang van het spuitpistool en verplaats
het spuitpistool naar een schoon, droog en plat werkvlak.
7. Verwijder de luchtkap en de vloeistofkop, zodat deze bij de reparatie van
het pistool niet worden beschadigd.
B. Gereedschap voor
vloeistofkop
E 2009 Nordson Corporation