16 - OPTIE: REGELKAST AANGESTUURD DOOR KOELMACHINE (AUX1)
Functie
■ Beschermt en regelt de motoren. Met behulp van de elektronische printplaat kan men met bepaalde koelmachines met
geïntegreerde printplaat communiceren waarmee de temperatuur of de druk kan worden geregeld.
Voeding
■ Zie het bij de kast geleverde aansluit- of bedradingsschema.
Gebruiksbeperkingen
■ Omgevingslucht:
- Opslagtemperatuur: -40 tot +60°C
- Bedrijfstemperatuur: -25 tot +55 °C
Componenten
■ Er worden op basis van de kast pakkingbussen geleverd voor de installateur.
■ Er wordt een afsluitbare hoofdschakelaar gebruikt als noodstop.
■ Beveiliging tegen kortsluiting door middel van 1 of 2 driepolige stroomonderbrekers (Icc = 10 kA)
■ Beveiliging tegen overbelasting: bedrading voor thermische beveiliging op elektronische printplaat.
■ 1 magneetschakelaar van 230 V per verdieping, behalve voor ventilatoren met variabel toerental (EC) waarop geen
magneetschakelaar aanwezig is.
■ 1 elektronische printplaat.
■ Temperatuursensor (droge koeler): gemonteerd op de uitlaatleiding (regelsensor).
Elektrische aansluiting
■ Controleer voor de elektrische aansluitingen of de machine open staat
■ De kast wordt aangesloten op de motoren en bevestigd aan de voorzijde van het apparaat, aan de zijde van de inlaatverdeler.
■ Zie voor de elektrische aansluiting het bij de kast geleverde aansluit- of bedradingsschema.
■ De kabels die worden gebruikt voor het aansluiten van het vermogen moeten van Koper zijn als er andere materialen zoals
Aluminium worden gebruikt. Er moet gebruik worden gemaakt van bimetalen aansluitklemmen en kabelschoenen of van
tussenklemmen.
■ De elektrische verbindingen moeten als volgt worden uitgevoerd:
- Aansluiting van de aardingsdraad op de aardklem.
- Aansluiting van het vermogenscircuit op de hoofdschakelaar na eerst te hebben gecontroleerd of de voedingskabel spanningsloos
is.
■ Buitentemperatuursensor: kabel van 25m lang
- De machine moet zodanig worden geplaatst dat de buitentemperatuursensor zich zo dicht mogelijk bij de noordzijde van het
gebouw bevindt. De sensor moet indien nodig aan de noordzijde van het apparaat worden geplaatst buiten bereik van enige
luchtcirculatie (ventilator...). Als aan geen van deze criteria kan worden voldaan, zal de klant een weermast moeten installeren.
(Niet inbegrepen)
- De sensorkabel moet worden beschermd tegen agressie van buitenaf.
- Zorg dat de buitensensor niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
Functies van elektronische printplaat.
■ Zie de handleiding van de koelmachine.
► Opties
■ 400/230V-transformator voor het stuurcircuit, voor 400V-driefasenvoedingen zonder nul.
■ Temperatuursensor watercircuit (droge koeler) te monteren met vrije koeling stroomopwaarts van de klep: kabel van 25m lang
- dompelbuis G1/2".
Ventilatie
■ Ventilatieroosters met filters zijn bevestigd aan de zijkanten van de kast. Optioneel kan er een ventilator toegevoegd worden
voor gebruik bij een temperatuur van 45 tot 55 °C.
Verwarming
■ Optioneel kan een op een temperatuursensor aangesloten verwarmingselement toegevoegd worden voor gebruik bij een
temperatuur van -20 tot -40 °C.
Luchtvochtigheid
■ Optioneel kan een op een luchtvochtigheidssensor aangesloten verwarmingselement toegevoegd worden voor gebruik bij een
luchtvochtigheid van meer dan 60%.
VEXTRA™
NL-20