Inhoudsopgave
Advertenties
13 - ONDERHOUD
13.1 - Onderhoudsadviezen
■ Zorg ervoor dat de stroomtoevoer naar het apparaat uitgeschakeld is voordat er onderhoud uitgevoerd wordt.
■ Verlaag de temperatuur en druk voordat er aan de bundel gewerkt wordt.
■ Breng geen veranderingen aan zonder onze goedkeuring.
■ Loop niet direct op het apparaat.
■ Neem naar gelang het type vloeistof (bijv. water zonder antivriesmiddel) maatregelen om het risico op bevriezing te voorkomen.
Hierdoor kan de batterij namelijk onherstelbaar beschadigd worden. Omdat standaardapparaten niet volledig door de
zwaartekracht leeggemaakt kunnen worden, moeten ze als volgt tegen bevriezing beschermd worden:
1.
Ontlucht het circuit via de ontluchtingsopeningen en het ventilatiegat op de verdelers of leidingen.
2.
Laat perslucht door het circuit stromen tot al het water verwijderd is.
3.
Vul het circuit met antivriesmiddel en sluit het circuit.
■ Vergeet bij geregelde apparaten niet de verplichte inspecties uit te voeren.
■ Zorg er in de winter voor dat er zich geen sneeuw rondom en boven op het apparaat ophoopt.
■ Controleer periodiek de staat van de coatings en werk ze indien nodig bij.
13.2 - Onderhoudsfrequentie
ACTIE
Draai de moeren en bouten van de ventilatormotoren aan (rooster, motor).
De kabelwartels en bevestigingsschroeven van de klemmenkasten controleren en indien nodig aantrekken.
Reinig de batterij.
Zet de elektrische aansluitingen weer vast.
Draai alle zichtbare moeren en bouten aan.
Controleer de panelen op corrosie en ga na of de veiligheidsstickers en het typeplaatje aanwezig zijn.
Reinig de ventilatieroosters op de schakelkast (optioneel)
Controleer de elektrische kabels.
(1) De frequentie moet aangepast worden aan de omgevingsomstandigheden.
13.3 - Reinigen van de batterijen
■ Schakel het apparaat uit.
■ Als het apparaat uitgerust is met een veiligheidsscherm (optioneel), verwijder dit dan om toegang te krijgen tot de batterijen.
■ In het geval dat de vinnen beschadigd zijn, herstelt u de vorm met een kam.
■ In geval van geringe vervuiling (niet-verstoppende droge aanslag of stofdeeltjes, bladeren, kabels etc.):
- Uitblazing met tegenstroom: droge lucht tot 30 bar.
- Indien mogelijk, is het periodiek omschakelen van de door de ventilatoren geproduceerde luchtstroom een preventiemiddel.
Dit is niet mogelijk als het apparaat uitgerust is met EC-motoren.
■ Instructie in geval van middelmatige vervuiling (licht dichtslibbende resten, vochtig of vet stof, insecten, enz.):
- Gebruik een hogedrukstoomreiniger met breed mondstuk (25°).
- Max. druk 100 bar
- Stoom: max. 140 °C
- Min. afstand tussen het mondstuk en de lamellen = 200 mm
- Reinigingsvloeistof: leidingwater met een pH-neutraal reinigingsmiddel (pH 7). Gebruik geen basisch reinigingsmiddel.
- Spoelen met schoon water met dezelfde eigenschappen.
■ BELANGRIJK: Het gebruik van een reinigingsmiddel is verboden voor het reinigen van lamellen met coatingtype BLYGOLD®,
ALTENA® of HERESITE®.
Aanbevelingen bij gebruik van een hogedrukreiniger
1. Wacht totdat de hogedrukreiniger de juiste temperatuur heeft bereikt. Controleer of
er ook daadwerkelijk stoom uit het mondstuk komt en geen vloeistof.
2. Houd de lans van de hogedrukreiniger op grotere afstand dan aanbevolen en beweeg
dan vooruit in de werkhouding.
3. Richt de vlakke straal uit het mondstuk loodrecht op de lamellen. Bij een schuine
stand bestaat de kans dat de lamellen gaan liggen terwijl een gerichte straal ze uit
elkaar zou kunnen duwen.
4. Om te voorkomen dat er residuen in het lamellenblok worden gespoten is het vaak
handig om eerst met een de luchtstroom in de andere richting te reinigen
(ter beoordeling van de gebruiker en afhankelijk van de vervuilingsgraad).
5. Sommige reinigingsmiddelen kunnen de lak van het apparaat beschadigen.
VEXTRA™
NL-14
FREQUENTIE
6 maanden
6 maanden
1 jaar (1)
1 maand na inbedrijfstelling en daarna 1 jaar
1 jaar
1 jaar (1)
1 jaar
5 jaar
NEE
JA
NEE
Advertenties
Inhoudsopgave
