Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Apparatuur En Onderdelen Onder Druk - Carrier 30XBEZE 200 Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

1 - INLEIDING
Classificatie en regelgeving
De beveiligingsinrichtingen van deze machines zijn in
overeenstemming met het drukvatenbesluit en de nationale
voorschriften in de EU en zijn als volgt geclassificeerd:
Koudemiddelzijde
Hogedrukveiligheidscircuit
(3)
Extern overdrukventiel
(4)
Breekplaat
Waterzijdige
warmteoverdracht
Extern overdrukventiel
(1)  Geclassificeerd voor de bescherming in normale bedrijfssituaties.
(2)  Geclassificeerd  voor  de  bescherming  in  abnormale  bedrijfssituaties.  De 
toebehoren zijn berekend voor een brand met een thermische flux van 10 kW/
m². Binnen een afstand van minder dan 6,5 m van de machine mogen zich geen
brandbare stoffen bevinden.
(3) Hogedrukveiligheidscircuit = SRMCR zoals beschreven in de componentsectie
van deze handleiding en in het elektrisch schema.
(4) De grens van kortstondige overschrijding van 10% van de bedrijfsdruk geldt niet
voor deze abnormale bedrijfssituatie.
De insteldruk mag hoger zijn dan de ontwerpdruk. In dit geval zorgt de
ontwerptemperatuur of de hogedrukschakelaar ervoor dat de bedrijfsdruk niet
wordt overschreden in normale bedrijfssituaties.
(5) De selectie van deze overdrukventielen dient te worden uitgevoerd door het
personeel dat verantwoordelijk is
voor de aanleg van de hydraulische installatie.
In overeenstemming met de Europese Richtlijn Drukapparatuur
(PED) en de nationale regelgeving met betrekking tot het
ontwerp:
- Deze ventielen zijn geen veiligheidsaccessoires, maar
zijn bedoeld om de schade te beperken in geval van
brand,
- Het veiligheidsaccessoire is het hogedrukveiligheidscircuit
beschreven in hoofdstuk 11.3.1
Deze ventielen mogen, zelfs als er geen gevaar voor brand
is, niet worden verwijderd. Het risico bestaat dat de beveiliging
niet opnieuw is gemonteerd als het systeem wordt veranderd
of vervoerd met een gasvulling.
Wanneer het apparaat wordt blootgesteld aan vuur,
voorkomen veiligheidsvoorzieningen scheuren als gevolg
van overdruk door het afblazen van het koudemiddel.
Bij blootstelling aan een vlam kan het koudemiddel worden
ontbonden in toxische residuen:
- Blijf uit de buurt van het apparaat.
- Zorg voor waarschuwingen en aanbevelingen voor het
personeel dat verantwoordelijk is voor het blussen van
de brand.
- Brandblussers geschikt voor het systeem en het
gebruikte type koudemiddel moeten gemakkelijk
toegankelijk zijn.
OPMERKING: drukapparatuur voor de hydraulische zijde (optie)
worden afzonderlijk geleverd. De integratie daarvan in de
complete hydraulische installatie blijft de verantwoordelijkheid
van de gebruiker.
Alle in de fabriek geïnstalleerde overstortventielen zijn voorzien
van een verzegeling om wijzigingen in de afstelling te
voorkomen. Als overdrukventielen zijn gemonteerd op een
wisselafsluiter, heeft deze een overdrukventiel op elk van de
twee uitgangen. Er is maar één van de twee overdrukventielen
in bedrijf, de andere is geïsoleerd. Laat de wisselafsluiter nooit
in de tussenstand staan, d.w.z. met beide wegen open (zet de
bediening tegen de eindstand, voor of achter, naar gelang de te
isoleren uitgang).
Als een overdrukventiel wordt verwijderd voor controle of
reparatie, moet u ervoor zorgen dat er altijd een actief
overdrukventiel aanwezig is op elk van de wisselafsluiters
van de machine.
6
Onderdeel om
Veiligheids-
in geval van een
accessoire
externe brand
(1)
schade te beperken
X
X
X
(5)
(5)
Voor eenheden geïnstalleerd in een gesloten ruimte moeten
de externe veiligheidsventielen altijd worden aangesloten op
afvoerleidingen. Raadpleeg de installatievoorschriften,
bijvoorbeeld die van de Europese norm EN 378 en EN 13136.
Wanneer koudemiddel afblaasveiligheden afblazen in de
ruimte en er gevaar ontstaat voor personen en goederen, dan
dienen de koudemiddel afblaasveiligheden te worden
aangesloten op afblaasleidingen die naar buiten leiden. Deze
(2)
vloeistoffen mogen worden afgeblazen in de buitenlucht, maar
voldoende ver verwijderd van de luchtinlaat van het gebouw,
of er moet afvoer plaatsvinden in zulke kleine hoeveelheden
waardoor er voldoende verdunning plaatsvindt (houd er
rekening mee dat R1234ze(E) koudemiddel zwaarder is dan
lucht).
Zie voor periodieke controle van de overdrukventielen
hoofdstuk 1.3 "Veiligheidsinstructies voor onderhoud".
Monteer een aftapkraan in de afvoerleiding vlakbij elk
overdrukventiel om condens- of regenwater te kunnen
afvoeren.
Geadviseerd wordt een lekindicator te monteren op het
overdrukventiel van het koudemiddel.
De aanwezigheid van olie bij de afblaasopening is een nuttige
aanwijzing voor koudemiddellekkage. Houd deze opening
goed schoon, zodat eventuele lekkage duidelijk zichtbaar is.
De instelling van een ventiel dat gelekt heeft, is over het
algemeen lager dan zijn oorspronkelijke instelling. De nieuwe
instelling kan invloed hebben op het bedrijfsbereik van de
machine. Om onnodig aanspreken van beveiligingen of
lekkages te voorkomen, dient de veerveiligheid te worden
vervangen.
Houd u aan alle voorzorgsmaatregelen met betrekking tot het
hanteren van koudemiddel, in overeenstemming met de lokale
voorschriften.
Zorg voor goede ventilatie, omdat ophoping van koudemiddel
in een afgesloten ruimte zuurstof kan verdringen en kan leiden
tot verstikking of explosies.
Het inademen van hoge concentraties damp is schadelijk en
kan leiden tot een onregelmatige hartslag, bewusteloosheid
of de dood. Damp is zwaarder dan lucht en vermindert de
hoeveelheid zuurstof die beschikbaar is voor de ademhaling.
Deze producten veroorzaken irritatie van ogen en huid.
Afbraakproducten zijn gevaarlijk.

1.2 - Apparatuur en onderdelen onder druk

Deze producten bevatten apparatuur of componenten onder druk,
geproduceerd door Carrier of andere fabrikanten. Wij raden aan
dat u uw toepasselijke nationale beroepsorganisatie of de eigenaar
van de apparatuur of onderdelen onder druk raadpleegt (verklaring,
herkwalificatie, hertesten, enz.). Deze gegevens kunnen belangrijk 
zijn voor herkwalificatie, opnieuw testen en de lokale regelgeving.
Deze units voldoen aan de Europese Richtlijn drukapparatuur.
Deze eenheden zijn bedoeld om te worden opgeslagen en te
werken in een omgeving waar de omgevingstemperatuur niet lager
is dan de laagste toegestane temperatuur zoals vermeld op het
typeplaatje.
Breng geen statische of dynamische druk van betekenis m.b.t. de
toegepaste bedrijfsdrukken tijdens bedrijf of voor testen in het
koudemiddelcircuit of in het vloeistofcircuit van de warmtewisselaar.
Zie hoofdstuk "10.2 - Drukvaten".

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave