8 - OPTIES CONDENSOR VOOR WARMTETERUGWINNING (OPTIES 50 EN 50C)
8.4.3 - Driewegkleppen
Het wordt met kracht aangeraden om een driewegklep op te nemen
in het systeem (niet meegeleverd met de machine). Een 0-10 V
uitgang is beschikbaar op de elektronische print van de machine
om deze klep te regelen. Met deze klep is een bypass mogelijk
van het intrede/uittredecircuit van de warmteterugwinning
condensor om de machine werking met warmteterugwinning
mogelijk te maken bij een lage intredewatertemperatuur (< 12.5
°C). Deze zorgt ook voor een optimale en geregelde
uittredetemperatuur van het water.
8.5 - Bedrijfslimieten voor stabiele werking
(geen overschakeling bedrijfstype)
Raadpleeg de eerdere hoofdstukken in dit handboek:
6.1 - Bedrijfsbereik
6.7 - Waterdebiet verdamper
8.5.1 - Terugwinningsmodus
Condensorwatertemperaturen
Intredetemperatuur bij opstarten
Intredetemperatuur tijdens bedrijf
Uittredetemperatuur tijdens bedrijf
Verdamperwatertemperaturen
Intredetemperatuur bij opstarten
Intredetemperatuur tijdens bedrijf
Uittredetemperatuur tijdens bedrijf
(1) De intredewatertemperatuur mag niet lager zijn dan 12,5°C. Voor installaties
met een lagere temperatuur moet een driewegklep worden gebruikt.
(2) Gebruik van vers water
OPMERKING:
Als de temperatuur bij de verdamper lager is dan 4 °C, moet een glycol/water-
oplossing of de vorstbeschermingsoptie worden gebruikt.
Bij deellastbedrijf is de condensorwateruittredetemperatuur
begrensd door het bedrijfsbereik van de schroefcompressor. Als
de condensorwateruittredetemperatuur boven de grenswaarde
ligt die is aangegeven in de curves hieronder, dan zal de machine
a u t o m a t i s c h e o v e r s c h a k e l e n n a a r b e d r i j f z o n d e r
warmteterugwinning:
65
60
55
50
45
40
35
Brijntoepassing
30
25
Met optie glycol/
water-oplossing
(optie 5 of 6)
20
-15
-10
-5
Verdamperwateruittredetemperatuur (°C)
Vollast
Deellast circa 60%
OPMERKING
- Het bereik is ter indicatie. Raadpleeg het bedrijfsbereik
in de elektronische catalogus van Carrier.
48
Minimum Maximum
°C
12,5
(1)
°C
20
°C
25
Minimum Maximum
°C
-
°C
6.8
(2)
°C
3.3
(2)
Standaard (wateruittreden
>3.3°C)
0
5
10
15
20
Deellast circa 30%
(verdamperwateruittredetemperatuur = 7 °C)
60
55
50
45
40
100
90
8.6 - Bedrijfslimieten voor overschakeling
tussen bedrijfstypes
Van alleen koeling naar warmteterugwinning en omgekeerd.
55
55
60
Condensorwater- en omgevingstemperaturen Minimum Maximum
Waterintredetemperatuur
Buitenluchttemperatuur
45
25
(1) De intredewatertemperatuur mag niet lager zijn dan 12,5°C. Voor installaties
20
met een lagere temperatuur moet een driewegklep worden gebruikt.
OPMERKING:
Als de temperatuur bij de verdamper lager is dan 4 °C, moet een glycol/water-
oplossing of de vorstbeschermingsoptie worden gebruikt.
8.7 - Debietregeling
De meegeleverde waterstroomschakelaar moet worden
gemonteerd bij de waterintrede van de warmteterugwinning
condensor en beschermt het condensor circuit tegen drooglopen.
Als warmteterugwinning bedrijf is vereist, activeert een signaal
van de extra print de systeempomp. Nadat de pomp is gestart
vindt gedurende een minuut stromingsdetectie plaats. Als na deze
tijd geen stroming is gedetecteerd:
1. Omschakeling naar warmteterugwinning bedrijf is niet
toegestaan
2. Bedrijf gaat in koeling alleen als het waterdebiet laag is en een
waterdebiet detectiealarm wordt geactiveerd.
3
6
7
4
Verklaring
1
25
2
Warmteterugwinning condensor
3
Luchtcondensor (batterijen)
4
Compressor
5
Expansieventiel (EXV)
6
Gemotoriseerde klep - warmteterugwinning bedrijf
7
Gemotoriseerde klep - alleen koelbedrijf
8
Magneetklep - vulling terugwinnen in warmteterugwinning bedrijf
9
Magneetklep - vulling terugwinnen in alleen koelbedrijf
10 Terugslagklep
11
Druk en temperatuurmeting voor berekening van de onderkoeling van de vloeistof
voor het optimaliseren van de vulling terugwinning
12 Terugslagklep met capillair
Deellastbedrijfslimieten
80
70
60
50
Vulling van de machine, %
°C
°C
2
3
12
12
9
9
10
10
7
11
11
8
8
10
10
5
5
4
1
40
30
12,5
57,5
(1)
-20
45
6
Verdamper