Inhoudsopgave
Advertenties
Quick Links
INHOUD
1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN .................................................................................. 3
2. INSTALLATIE-OVERZICHT ................................................................................................ 7
3. INSTALLATIESCHEMA ...................................................................................................... 8
4. SPECIFICATIES .................................................................................................................. 9
5. DE BUITENUNIT INSTALLEREN ..................................................................................... 10
5.1 Instructies voor de installatie van de buitenunit .............................................................................. 10
5.2 Installatie van de afvoerkoppeling ..................................................................................................... 12
5.3 Opmerkingen bij het boren van gaten in de muur ............................................................................ 12
5.4 Gebruik van een 24K-binnenunit ........................................................................................................ 12
6. AANSLUITING VAN DE KOELMIDDELLEIDING ............................................................ 13
7. BEDRADING ..................................................................................................................... 15
7.1 Veiligheidsmaatregelen ....................................................................................................................... 15
7.2 Bedrading van de buitenunit .............................................................................................................. 15
7.3 Bedradingsschema .............................................................................................................................. 17
8. LUCHTAFLAAT ................................................................................................................. 20
8.2 Ontluchtingsinstructies ....................................................................................................................... 20
8.4 Opmerking over het toevoegen van koelmiddel ............................................................................... 21
9. TESTINSCHAKELING ...................................................................................................... 22
11. ONDERHOUDSINFORMATIE ......................................................................................... 24
Typ hier
Buitenapparaat
Wandgemonteerde
Binnenapparaat
42QHE07D8SH*/42QHE09D8SH*/42QHE12D8SH*
Kanaaltype
Binnenapparaat
Cassette-type
Binnenapparaat
Consoletype
Binnenapparaat
Modelnaam
38QUS014D8S2-1/38QUS018D8S2-2
38QUS021D8S3-1/38QUS027D8S3-2
42QHB09E8S*
42QHB12E8S*
42QHB18D8S*
42QHB24D8S*
42QHG007D8S*/42QHG009D8S*
42QHE18D8SH*
42QHE24D8SH*
Afmeting (ODU)
Nominale spanning & Hz
805x330x554
890x342x673
795x225x295
965x239x319
1140x370x275
NL-2
Advertenties
Inhoudsopgave
Gerelateerde Handleidingen voor Carrier 42QTD007D8S Series
Samenvatting van Inhoud voor Carrier 42QTD007D8S Series
-
Pagina 1: Inhoudsopgave
INHOUD 1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN .................. 3 2. INSTALLATIE-OVERZICHT ....................7 3. INSTALLATIESCHEMA ...................... 8 4. SPECIFICATIES ........................9 5. DE BUITENUNIT INSTALLEREN ..................10 5.1 Instructies voor de installatie van de buitenunit ................10 5.2 Installatie van de afvoerkoppeling ..................... 12 5.3 Opmerkingen bij het boren van gaten in de muur ................ -
Pagina 2: De Installatie Voorbereiden
1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN 1.1 Veiligheidsmaatregelen Het installeren en opstarten van, en het onderhoud plegen aan, airconditioningapparatuur kan gevaarlijk zijn als gevolg van systeemdruk, elektrische componenten en de locatie van de apparatuur (daken, verhoogde constructies enz.). Uitsluitend getrainde en gekwalificeerde installateurs en servicemonteurs mogen deze apparatuur installeren, opstarten en onderhouden. - Pagina 3 1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN WAARSCHUWING Om gevaar als gevolg van het onbedoeld resetten van de thermische beveiliging te vermijden, mag dit apparaat niet worden bediend via een extern schakelapparaat (zoals een timer) of worden aangesloten op een circuit dat regelmatig wordt in-/uitgeschakeld door de nutsvoorziening. Gebruik de voorgeschreven kabels voor elektrische verbinding met isolatie beschermd door isolatie-sleeving met een juiste temperatuurclassificatie.
- Pagina 4 1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN VOORZICHTIG Dit symbool geeft de mogelijkheid aan van schade aan bezittingen of ernstige gevolgen. Om persoonlijk letsel te voorkomen, moet u voorzichtig zijn met het hanteren van onderdelen met een scherpe rand. Installeer de binnen- of buitenunit niet op een plaats waar speciale omgevingsomstandigheden heersen. Installeer het apparaat niet op een plaats die het geluidsniveau van de unit kan versterken of waar de buren last kunnen hebben van het geluid en de uitgestoten lucht.
-
Pagina 5: Optionele Accessoires
1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN 1.2 Accessoires Het airconditioningsysteem wordt geleverd met de volgende accessoires. Gebruik alle installatie- onderdelen en accessoires om de airconditioner te installeren. Onjuiste installatie kan leiden tot waterlekkage, elektrische schokken, brand of defecte apparatuur. Naam Vorm Hoeveelheid Montageplaat 5-8 (afhankelijk van model) Plastic expansiehuls... -
Pagina 6: Installatie-Overzicht
2. INSTALLATIE-OVERZICHT 2.1 Installatievolgorde De buitenunit De koelmiddelleidingen De kabels aansluiten installeren aansluiten (pagina 14) (pagina 9) (pagina 12) Het koelsysteem Het apparaat testen ontluchten (pagina 21) (pagina 19) NL-7... -
Pagina 7: Installatieschema
3. INSTALLATIESCHEMA 3.1 Installatieschema Luchtfilter Luchtfilter Luchtfilter Luchtfilter Afstandsbe- Afstandsbe- Afstandsbe- diening diening diening Afstandsbediening Luchtfilter Eén-twee Aansluitkabel in lus Eén-drie Eén-vier Afstandsbe- diening Eén-vijf Afb. 3.1 Veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG VOORZICHTIG • Deze afbeelding is alleen bedoeld ter illustratie. • Gebruik een noppenzoeker om noppen te zoeken om beschadiging van de muur te voorkomen. -
Pagina 8: Specificaties
4. SPECIFICATIES Tabel 4.1 Aantal units dat gelijktijdig kan worden gebruikt Aangesloten units 1-5 units Stop/start-frequentie compressor Stoptijd 3 min of meer spanningsschommeling binnen +10% nominale spanning Stroomtoevoerspanning spanningsverlies tijdens start binnen +15% nominale spanning intervalonbalans binnen +3% nominale spanning Tabel 4.2 Eenheid: m 1 drive 2 1 drive 3 1 drive 4 1 drive 5... -
Pagina 9: De Buitenunit Installeren
5. DE BUITENUNIT INSTALLEREN Het gebied moet vrij zijn van brandbare 5.1 Instructies voor de installatie gassen en chemische stoffen. van de buitenunit De lengte van de leidingen tussen de buiten- en binnenunit mag niet groter zijn Stap 1: Selecteer de installatielocatie. dan de maximale toegestane leidinglengte. -
Pagina 10: Rijen Voor Seriële Installatie
5. DE BUITENUNIT INSTALLEREN Buitenunit (gespleten type) Rijen voor seriële installatie (Raadpleeg afb. 5.4, 5.5, 5.6 en 5.9 en tabel 5.1) Tabel 5.2 De verhoudingen tussen H, A en L zijn als volgt. L ≤ 1/2H 25 cm/9,8 inch of meer L ≤... -
Pagina 11: Installatie Van De Afvoerkoppeling
5. DE BUITENUNIT INSTALLEREN 5.3 Opmerkingen bij het boren van ga- OPMERKING: de minimale afstand tussen de buitenunit ten in de muur en de muur die in de installatiehandleiding wordt beschreven, is niet van toepassing op luchtdichte U moet een gat in de muur boren voor ruimten. -
Pagina 12: Aansluiting Van De Koelmiddelleiding
6. AANSLUITING VAN DE KOELMIDDELLEIDING VOORZICHTIG 6.1 Veiligheidsmaatregelen Vervorm de leidingen NIET tijdens het snijden. WAARSCHUWING Zorg er goed voor dat de leidingen tijdens het snijden niet beschadigd raken, een deuk oplopen • Alle leidingen op de locatie moeten door een of vervormen. - Pagina 13 6. AANSLUITING VAN DE KOELMIDDELLEIDING 4. Verwijder de PVC-tape van beide uiteinden 5. Houd de moer stevig vast terwijl u de flensmoer met een momentsleutel stevig vastdraait volgens van de leiding wanneer u de leiding gaat optrompen. de aandraaimomentwaarden in tabel 7.1. 5.
-
Pagina 14: Bedrading
7. BEDRADING Volg deze instructies om storingen 7.1 Veiligheidsmaatregelen te voorkomen wanneer de compressor wordt gestart: WAARSCHUWING • De unit moet op het stopcontact worden aangesloten. Normaal gesproken moet • Schakel de voeding uit voordat u werkzaamheden de voeding een lage uitvoerimpedantie aan de unit verricht. - Pagina 15 7. BEDRADING Tabel 7.1: Overige regio's 3. Verbind de u-vormige kabelschoenen met Nominale stroom Nominaal de aansluitpunten. Sluit de kleuren/labels van apparaat (A) dwarsdoorsnedegebied (mm²) van de draden aan op de bijbehorende < 6 0,75 labels op het klemmenblok en schroef de kabelschoen van elke draad stevig 6-10 vast op het bijbehorende aansluitpunt.
-
Pagina 16: Bedradingsschema
7. BEDRADING 7.3 Bedradingsschema VOORZICHTIG Sluit de aansluitleidingen aan op de aansluitpunten (zoals aangegeven), met de overeenkomstige nummers op het klemmenblok van de binnen- en buitenunits. In de weergegeven modellen in het volgende schema moet aansluitpunt L1(A) van de buitenunit bijvoorbeeld worden aangesloten op aansluitpunt 1 van binnenunit A. VOEDING VOEDING NAAR A... - Pagina 17 7. BEDRADING Eén-tweemodellen: VOEDING VOEDING NAAR A NAAR A NAAR B NAAR B Model C Model D OPMERKING: raadpleeg de volgende afbeeldingen als eindgebruikers zelf de bedrading willen aanleggen. Eén-driemodellen: VOEDING VOEDING NAAR C NAAR A NAAR B NAAR A NAAR B NAAR C Model A...
- Pagina 18 7. BEDRADING Eén-vijfmodellen: VOEDING VOEDING NAAR A NAAR B NAAR A NAAR B NAAR C NAAR E NAAR C NAAR E NAAR D NAAR D Model A Model B VOORZICHTIG Bevestig dat aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan en volg deze richtlijnen bij het aanleggen van de bedrading: •...
-
Pagina 19: Luchtaflaat
8. LUCHTAFLAAT OPMERKING: als de systeemdruk niet is gewijzigd, 8.1 Veiligheidsmaatregelen draait u het kapje van het verpakte ventiel (hogedrukventiel) los. Als de systeemdruk VOORZICHTIG wel is gewijzigd, is er mogelijk een gaslek. • Gebruik een vacuümpomp met een meterwaarde 8. -
Pagina 20: Opmerking Over Het Toevoegen Van Koelmiddel
8. LUCHTAFLAAT 8.4 Opmerking over het toevoegen van koelmiddel VOORZICHTIG • Koelmiddel moet worden toegevoegd nadat u de bedrading hebt aangelegd, het systeem vacuüm hebt gemaakt en op lekken hebt getest. • De maximale hoeveelheid koelmiddel die is toegestaan mag NIET worden overschreden en het systeem mag niet worden overladen. -
Pagina 21: Testinschakeling
9. TESTINSCHAKELING d. Zorg ervoor dat de indicatoren op de 9.1 Voorafgaand aan de testinschakeling afstandsbediening en het displaypaneel op de binnenunit op de juiste manier werken. U moet een testinschakeling uitvoeren nadat het gehele systeem volledig is geïnstalleerd. e. Zorg ervoor dat de knoppen voor handmatige Controleer de volgende punten voordat bediening op de binnenunit op de juiste manier u de test uitvoert:... -
Pagina 22: Functie Voor Automatische Correctie Van Bedrading/Leidingen
10. FUNCTIE VOOR AUTOMATISCHE CORRECTIE VAN BEDRADING/LEIDINGEN 10.1 Functie voor automatische correctie van bedrading/leidingen De meer recente modellen zijn voorzien van een functie voor automatische correctie van fouten in de bedrading/leidingen. Druk vijf seconden lang op de controleknop op de printplaat van de buitenunit totdat op de LED 'CE' wordt weergegeven, waarmee wordt aangeduid dat deze functie werkt. -
Pagina 23: Onderhoudsinformatie
11. ONDERHOUDSINFORMATIE 11.1 CONTROLE VAN DE BEDRIJFSRUIMTE Voordat er kan worden gewerkt aan systemen die ontvlambare koudemiddelen bevatten, moeten er veiligheidscontroles worden uitgevoerd om het risico op ontsteking tot een minimum te beperken. De volgende voorzorgsmaatregelen dienen in acht te worden genomen voordat er reparaties aan het koelsysteem worden uitgevoerd. -
Pagina 24: Tot De Veiligheidscontroles Behoren
11. ONDERHOUDSINFORMATIE de hoeveelheid koudemiddel moet in overeenstemming zijn met de omvang van de ruimte waarin de apparatuur met koudemiddel wordt geplaatst; de ventilatieapparatuur en -afvoer werken naar behoren en worden niet geblokkeerd; als een indirect koudemiddelcircuit wordt gebruikt, moeten de secundaire circuits worden gecontroleerd op de aanwezigheid van koudemiddel;... -
Pagina 25: Bekabeling
11. ONDERHOUDSINFORMATIE 11.12 BEKABELING Controleer of de bekabeling niet onderhevig is aan slijtage, corrosie, excessieve druk, trillingen, scherpe randen of andere nadelige factoren in de bedrijfsomgeving. Houd ook rekening met de effecten van veroudering en de continue trillingen van bronnen als compressors en ventilatoren. 11.13 DETECTIE VAN ONTVLAMBAAR KOUDEMIDDEL Onder geen enkele omstandigheid mogen er ontstekingsbronnen worden gebruikt voor het zoeken naar of detecteren van lekkend koudemiddel . -
Pagina 26: Ontmanteling
11. ONDERHOUDSINFORMATIE 11.16 VULPROCEDURE Naast de algemene vulprocedures moeten de volgende stappen worden gevolgd: Zorg ervoor dat er bij het gebruik van de vulapparatuur geen vermenging van verschillende koudemiddelen optreedt. Slangen en leidingen moeten zo kort mogelijk worden gehouden om de hoeveelheid koudemiddel tot een minimum te beperken. -
Pagina 27: Transport, Markering En Opslag Van Units
11. ONDERHOUDSINFORMATIE 11.19 OPVANGEN Bij het opvangen van koudemiddel van een systeem voor onderhoud of ontmanteling moeten alle koudemiddelen op een veilige manier worden verwijderd. Wanneer koudemiddel wordt opgevangen in cilinders mogen uitsluitend geschikte cilinders voor koudemiddel worden gebruikt. Zorg ervoor dat er voldoende cilinders aanwezig zijn om al het koudemiddel in het systeem op te vangen.