Pagina 1
WALL MOUNTED AIR CONDITIONER INSTALLATION MANUAL IMROPTANT NOTE: Read this manual carefully before installing or operating your new air conditioning unit. Make sure to save this manual for future reference. Please check the applicable models, F-GAS and manufacturer information from the “Owner's Manual - Product Fiche”...
7. ONDERHOUDSINFORMATIE ....................15 Binnenunit Buitenunit Nominale spanning & Hz 42QHP09E8S* 38QHP09E8S* 220-240V~, 50Hz 42QHP12E8S* 38QHP12E8S* De fabrikant behoudt zich het recht voor om zijn producten zonder voorafgaande waarschuwing te wijzigen.
1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN 1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN 1.1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN WAARSCHUWING Verzeker u ervan dat u een apart voedingscircuit gebruikt. Gebruik geen verlengsnoer en deel Het installeren en opstarten van en het onderhoud plegen aan airconditioningapparatuur kan gevaarlijk zijn als gevolg hetzelfde stopcontact niet met andere apparaten.
1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN 1. DE INSTALLATIE VOORBEREIDEN 1.2 ACCESSOIRES De volgende accessoires worden met de unit meegeleverd. Het type en het aantal kunnen verschillen afhankelijk van de specificaties. Benaming accessoires Aantal(pc) Vorm Benaming accessoires Aantal(pc) Vorm Handleiding Afstandsbediening Uitgang afvoerbuis Batterij Afdichtring Houder afstandsbediening...
2. DE BINNENUNIT INSTALLEREN 2. DE BINNENUNIT INSTALLEREN Stap 4: Sluit de leiding aan Stap 5: Sluit de draad aan Stap 6: Bereid de afvoerslang voor 2.1 MONTAGEPLAAT BINNENUNIT 2.2 INSTALLATIEPROCES Stap 1: Bepaal de positie van het gat in de muur Overzicht binnenapparaat...
3. DE BUITENUNIT INSTALLEREN 3. DE BUITENUNIT INSTALLEREN 3.1 MONTAGEAFMETINGEN BUITENUNIT 3.3 BEDRADING BUITENSHUIS De afmetingen van de montageplaat verschillen per buitenunit. Draai de schroeven los om de afdekplaat van de elektriciteit en de kabelklem te verwijderen. De kop van de bevestigingsbout moet een diameter hebben van meer dan 12mm. Verbind de draden met het klemmenbord van de buitenunit op dezelfde wijze als de binnenunit.
4. KOUDEMIDDELLEIDING 4. KOUDEMIDDELLEIDING 4.3 KOUDEMIDDELLEIDING VOORZICHTIG Controleer of het hoogteverschil tussen de binnenunit en de buitenunit en de totale lengte van de Opmerking: het koelmiddel moet worden geladen via de servicepoort op de lagedrukklep van het buitenapparaat. koudemiddelleiding overeenstemmen met de systeemvereisten. Dekoudemiddelleidingen worden geïnstalleerd nadat de binnenunit en buitenunit zijn geïnstalleerd.
5. BEDRADING 5. BEDRADING Installatie van magneetring VOORZICHTIG Opmerking: het klemmenbord kan variëren afhankelijk van het model. Alle elektrische aansluitingen dienen door gekwalificeerde installateurs te worden uitgevoerd en alle bedrading dient te worden aangesloten volgens het elektrische schema. Voordat u andere elektrische aansluitingen uitvoert, dient u eerst te aarden. Voordat u werk aan de bedrading uitvoert, dienen alle voedingsbronnen uitgeschakeld te zijn en u mag de stroom pas inschakelen als u zich ervan verzekerd heeft dat de veiligheid van alle bedradingen is Binneninit...
6. LAATSTE CONTROLE EN TESTBEDRIJF 7. ONDERHOUDSINFORMATIE 6.1 CHECKLIST VOOR LAATSTE CONTROLE 7.1 CONTROLE VAN DE BEDRIJFSRUIMTE Ter afronding van de installatie dient u voorafgaand aan het testbedrijf de volgende controles uit te voeren. Voordat er kan worden gewerkt aan systemen die ontvlambare koudemiddelen bevatten, moeten er veiligheidscontroles worden uitgevoerd om het risico op ontsteking tot een minimum te beperken.
Pagina 10
7. ONDERHOUDSINFORMATIE 7. ONDERHOUDSINFORMATIE de hoeveelheid koudemiddel moet in overeenstemming zijn met de omvang van de ruimte waarin de apparatuur 7.12 BEKABELING met koudemiddel wordt geplaatst; de ventilatieapparatuur en -afvoer werken naar behoren en worden niet geblokkeerd; Controleer of de bekabeling niet onderhevig is aan slijtage, corrosie, excessieve druk, trillingen, scherpe randen als een indirect koudemiddelcircuit wordt gebruikt, moeten de secundaire circuits worden gecontroleerd op de of andere nadelige factoren in de bedrijfsomgeving.
7. ONDERHOUDSINFORMATIE 7. ONDERHOUDSINFORMATIE 7.16 VULPROCEDURE 7.19 OPVANGEN Naast de algemene vulprocedures moeten de volgende stappen worden gevolgd: Bij het opvangen van koudemiddel van een systeem voor onderhoud of ontmanteling moeten alle Zorg ervoor dat er bij het gebruik van de vulapparatuur geen vermenging van verschillende koudemiddelen koudemiddelen op een veilige manier worden verwijderd.