8 - OPTIES CONDENSOR VOOR WARMTETERUGWINNING (OPTIES 50 EN 50C)
8.2.9 - 30XB(E/P)ZE 1200 - option 50C
500
D
B
1500
Verklaring
Alle afmetingen zijn in mm
B
Vereiste vrije ruimten voor onderhoud (zie opmerking)
C
ATEX-zone rond de machine
D
Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van verdamper pijpen
Waterintrede voor standaardeenheid - raadpleeg de officiële maatschets
voor opties 100A, 107, 5, 6
Wateruittrede voor standaardeenheid – raadpleeg de officiële maatschets
voor opties 100A, 107, 5, 6
Luchtuittrede – vrijhouden
Voedings- en besturingsaansluiting
8.3 - Locatie van de condensor
Alle warmteterugwinning condensors zijn geplaatst tussen de
luchtgekoelde condensors op het bovenste deel van het chassis,
en ondersteund door twee dwarsrails. De waterintrede en -uittrede
bevinden zich aan dezelfde kant.
8.4 - Wateraansluitingen voor de condensors
8.4.1 - Eenheden met één condensor voor
warmteterugwinning
Eenheden: 30XB(E/P)ZE0200 tot 400 en 30XB(E/P)ZE0900 tot
1200
De waterstroomschakelaar moet worden gemonteerd bij de
waterintrede van de warmteterugwinning condensor.
Verklaring
1
Warmteterugwinning condensor
2
Waterintredetemperatuuropnemer (meegeleverd)
3
Wateruittredetemperatuuropnemer (meegeleverd)
4
Condensorwaterdebietschakelaar (meegeleverd)
5
3-wegklep (niet meegeleverd)
POWER ELECTRICAL BOX
13156 HT
D
B
B
D
OPMERKINGEN:
- De tekeningen zijn niet contractueel bindend.
- Zie de typeplaat van de machine voor de gewichtsinformatie
- Raadpleeg voordat u de installatie ontwerpt de gecertificeerde
maattekeningen die bij de machine zijn meegeleverd (bijlage
4).
- Als de installatie uit meerdere eenheden bestaat of als deze
dicht bij een muur staat/staan, raadpleeg dan hoofdstuk
"Installatie van meerdere koelmachines" en "Afstand tot
de muur" van het installatiehandboek voor het bepalen van
de vereiste ruimte
8.4.2 - Eenheden met twee condensors voor
warmteterugwinning
Eenheden: 30XB-ZE0450 tot 750
De twee condensors moeten parallel worden gemonteerd in het
watersysteem van de installatie. De waterstroomschakelaar en
de waterintrede/uittredetemperatuuropnemers moeten worden
gemonteerd op de leiding die gemeenschappelijk is voor beide
warmteterugwinning circuits en zo dicht mogelijk bij condensors.
De installateur moet zorgen voor een T-stuk bij de waterintrede
en -uittrede van de condensors.
De maximum kabellengte van de temperatuuropnemers en de
stromingsbeveiliging (7,5 m) is bedoeld om de aansluiting mogelijk
te maken op de gemeenschappelijk intrede en uittrede in een
straal van 4,5 m na het aanleggen langs de breedte van de
machine.
Verklaring
Zie de verklaring in hoofdstuk 9.4.1 hiernaast, en merk op dat de nummers 2, 3 en
4 - stromingsschakelaar en opnemers - op de gemeenschappelijke secties zijn
gemonteerd.
419
2253 HT
1500
B
C
D
500
47