5. Stel de voorinstellingen voor de zonecontroleknop
in uit de lijst hieronder, en houd de
zonecontroleknop dan ingedrukt totdat deze drie
keer knippert om de voorinstelling op te slaan.
Herhaal deze stappen voor de overige twee
zones. Om zone 3 vooraf in te stellen drukt u
tegelijkertijd op de zonecontroleknoppen 1 en 2.
Voorinstellingen zonecontrole:
- Borsteldruk
- Vloeistofdosering
- Quiet-Mode knop aan of uit
- ec-H2O modus schakelaar aan of uit
- Knop zware omstandigheden aan of uit
(Houd knop 3 seconden vast totdat de LED aan
gaat)
- Instelling maximale schrobsnelheid
6. Als u de maximale schrobsnelheid wilt instellen,
drukt u op de knop Zware omstandigheden om
door de vijf snelheidskeuzes te bladeren zoals
hieronder beschreven. Voor modellen waarop
de knop Zware omstandigheden ontbreekt, kunt
u het gebied op het paneel indrukken zoals
getoond. De knop is verborgen.
De geselecteerde snelheid wordt aangegeven
door de LED's van de accustatusindicator.
De rode LED geeft hierbij de laagst mogelijke
snelheid aan. De meest rechtse, groene LED
geeft de hoogst mogelijke snelheid aan.
Laagste
Hoogste
NB: De instelling voor maximale schrobsnelheid kan
alleen worden aangepast in de vergrendelde modi 2
en 3 in beheerdersfuncties.
7. Om beheerdersfuncties modus af te sluiten, draait
u de contactsleutel naar de uit-stand.
T350 9016441 (3-2023)
BEHEERDERSFUNCTIES
79