BEDIENING
DE SCHOONWATERTANK LEGEN
Leeg de schoonwatertank elke dag.
1. Breng de machine naar de plek waar de tanks
worden geleegd.
VOOR DE VEILIGHEID: Voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt, dient u de
machine op een vlakke ondergrond te parkeren,
de motor uit te zetten en de sleutel uit het contact
te nemen.
2. Om het resterende water uit de schoonwatertank
te verwijderen, trekt u de aftapslang van de
schoonwatertank.
3. Spoel de schoonwatertank met schoon
water. Sluit de slang weer stevig aan op de
schoonwatertank na het spoelen / afvoeren van
de tank.
4. Verwijder na elke 50 bedrijfsuren het fi lter van de
schoonwatertank en reinig het rooster. Leeg de
schoonwatertank voordat u het fi lter verwijdert.
40
ACCESSOIREWAGEN (OPTIE)
De accessoirewagen kan aan de voorzijde
van een machine worden bevestigd om
schoonmaakbenodigdheden te vervoeren.
VOOR DE VEILIGHEID: Voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt, dient u de
machine op een vlakke ondergrond te parkeren,
de motor uit te zetten en de sleutel uit het contact
te nemen.
Trek om de wagen te bevestigen de hendel van de
wagen omhoog en duw de wagen naar voren tot
deze goed vastklemt op de machine. Laat de hendel
los. Zorg ervoor dat de wagen goed vastzit voordat u
de machine gebruikt.
VOOR DE VEILIGHEID: Voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt, dient u de
machine op een vlakke ondergrond te parkeren,
de motor uit te zetten en de sleutel uit het contact
te nemen.
Trek om de wagen los te maken de hendel van de
wagen omhoog en duw deze weg van de machine.
Berg de wagen op een plek met een vlak oppervlak
op.
T350 9016441 (3-2023)