BEHEERDERSFUNCTIES
BEHEERDERSFUNCTIES
LET OP: Deze instructies zijn uitsluitend bedoeld
voor supervisors. Verwijder eventueel deze pagina's
uit de handleiding.
Met de beheerdersfuncties kan een supervisor
de reinigingsinstellingen van de machine
programmeren voor gebruik door de operator. De
vergrendelingsfunctie zorgt ervoor dat de operator
de Zone Settings niet kan wijzigen.
Het kenmerk beheerdersfuncties laat de machine
consistenter functioneren. Dit levert herhaalbare
reinigingsresultaten op, maakt de prestaties van
de machine onafhankelijk van de ervaring van de
operator en reduceert de trainingsbehoefte van de
operator.
MODEL MET PRO-MEMBRANE-BEDIENING
NB: Zone 3 is alleen beschikbaar op machines die
gebouwd zijn vóór serienummer 11003113
U kunt bij dit model kiezen uit drie modi voor
beheerdersfuncties:
Modus Niet-vergrendeld 1: De operator heeft
volledige controle over alle schrobinstellingen
met de mogelijkheid om de voorinstellingen op de
bedieningsknoppen aan te passen. De modus Niet-
vergrendeld 1 is de fabrieksinstelling.
Modus Vergrendeld 2: Zonecontroleknoppen zijn
vooringesteld en vergrendeld door de supervisor. De
operator heeft toegang tot de zone-instellingen en
kan deze wijzigen, maar niet opslaan.
Modus Vergrendeld 3: Zonecontroleknoppen zijn
vooringesteld en vergrendeld door de supervisor. De
operator kan de zone-instellingen niet wijzigen, maar
alleen de opgeslagen instellingen gebruiken.
78
TOEGANG TOT DE BEHEERDERSFUNCTIES-
MODI
1. Parkeer de machine op een vlakke ondergrond
en draai de contactsleutel naar de uit-stand ( O ).
2. Druk de knop 'borsteldruk' in en houd deze
ingedrukt terwijl u de contactsleutel naar de
aan-stand draait. Wacht totdat de meest rechtse
LED van de accustatusindicators gaat branden
en laat dan de knop los. Nadat u de knop heeft
losgelaten zal de actieve beheerdersfuncties-
modus worden getoond, zoals beschreven in
stap 3.
3. Om een beheerdersfuncties-modus te
selecteren of te wijzigen, houdt u de betreff ende
zonecontroleknop ingedrukt totdat de LED
drie keer knippert. Voor vergrendelingsmodus
3 houdt u de zonecontroleknoppen 1 en 2
tegelijkertijd ingedrukt. Nadat u de selectie
hebt gedaan zal de LED blijven branden om de
nieuwe modus aan te geven.
Modus ontgrendeld 1 = Zonecontroleknop 1
Vergrendelingsmodus 2 = Zonecontroleknop 2
Vergrendelingsmodus 3 = Zonecontroleknop 1
en 2
NB: Zone 3 is alleen beschikbaar op machines die
gebouwd zijn vóór serienummer 11003113
Modus Niet-ver-
Modus Vergren-
grendeld 1
4. Druk op de knop voor oplossingsvloeistof om de
voorinstellingen van de zonecontroleknoppen in
te stellen voor vergrendelingsmodi 2 of 3.
Modus Vergren-
deld 2
deld 3
T350 9016441 (3-2023)