8 - INSTALLATIEAANBEVELINGEN
- Zorg voor voldoende veiligheidsvoorzieningen om de veiligheid
van personen en goederen te kunnen waarborgen en om
onderhoudswerkzaamheden veilig uit te kunnen voeren.
- Als een storing grote menselijke, ecologische of financiële
gevolgen kan hebben, neem dan de juiste stappen om deze
gevolgen te beperken.
- Zorg ervoor dat de installatie voldoet aan de toepasselijke
wet- en regelgeving van het land waar ze in bedrijf is, en dat
ze voldoet aan de veiligheidsvoorschriften die gelden voor de
locatie waar ze gebruikt wordt (bijv. explosieve atmosfeer).
- Bevestig indien nodig conform de geldende normen het met de
vloeistof overeenkomende gevarensymbool aan de machine.
- Installeer bordjes of stickers die waarschuwen voor
verbrandingsgevaar op plaatsen waar de inwendige
temperatuur van pijpen hoger dan 65 °C is.
- Breng veiligheidsvoorzieningen aan om te voorkomen dat de
vloeistoftemperatuur of -druk de in de order aangegeven
waarden overschrijdt. Wij moeten toestemming geven voor
het gebruik van het apparaat bij hogere waarden.
- Het apparaat moet uitgerust worden met een meteen
toegankelijke noodstopinrichting. Door middel van deze
zichtbare inrichting moet de stroomtoevoer naar het apparaat
en zijn toebehoren volledig afgesloten kunnen worden.
9 - AANSLUITINGEN
9.1 - Elektrische aansluiting
- Alle bedradingen moeten uitgevoerd zijn volgens de geldende
wetgeving op de plaats van de installatie (in Frankrijk: bijv.
NF C 15100).
- Raadpleeg in alle gevallen het document "ELEKTRISCHE
AANSLUITINGEN" of het bedradingsschema op het apparaat.
- Houd u aan de gegevens van de elektrische voeding die op
het typeplaatje zijn aangegeven.
- De fase-onbalans mag niet meer dan ±2% bedragen voor de
spanning.
Als aan een van de bovenstaande voorwaarden niet wordt
voldaan, neem dan onmiddellijk contact op met uw
energieleverancier en zorg dat het apparaat niet gestart
wordt voordat aanvullende maatregelen zijn genomen. Anders
komt de garantie automatisch te vervallen.
U dient het apparaat te beveiligen tegen overspanningen als
gevolg van spanningspieken in het stroomnet of van blikseminslag.
Afhankelijk van de geografische ligging van de installatieplaats
en het type stroomnet (ondergronds of bovengronds bekabeld)
kan de installatie van een bliksemafleider voorgeschreven zijn
in lokale regelgeving. Als de van kracht zijnde lokale voorschriften
niet worden nageleefd (NF C 15100 in Frankrijk), vervalt de
garantie.
- Controleer altijd of de voedingskabel stroomloos is voordat u
iets aansluit.
De directe aansluiting op de klemmenkasten van de motoren
voor apparaten zonder optionele klemmenkast of elektrische
kast moet worden uitgevoerd met alle nodige voorzorgsmaatregelen
om het volgende te voorkomen:
- fouten in de elektrische aansluiting die schade aan de motoren
kunnen veroorzaken of de prestaties beïnvloeden
- binnendringen van water in de klemmenkasten (bijvoorbeeld
bij een gebrekkig sluiting van het deksel), waardoor de
motoren worden beschadigd
- de val van de persoon die de aansluiting uitvoert indien het
apparaat op hoogte wordt geïnstalleerd
9.2 - Vloeistofaansluiting
- Voer nooit vreemde lichamen in het circuit.
- De verbindingsleidingen en de regel- en isolatieapparatuur
moeten zodanig geïnstalleerd en ondersteund worden dat ze
- Zorg ervoor dat het bedoeld of onbedoeld afsluiten van de
stroomtoevoer het proces niet in gevaar brengt.
- Gebruik alle bevestigingsgaten en versterk indien nodig,
afhankelijk van de wind, het verankeringssysteem (vooral
voor verticale apparaten).
- Als het apparaat op een frame moet worden geïnstalleerd,
moet deze constructie worden berekend op basis van het
gewicht van het apparaat tijdens bedrijf (vol) en de uitrusting
met al het toebehoren.
- Gebruik bij toepassing van montagerubbers een stijf frame
waarbij de poten aan elkaar gekoppeld zijn.
- Door het vallen van voorwerpen of hagel op het apparaat
kunnen onderdelen met vinnen beschadigd raken (situatie
van horizontale apparaten met geforceerde trek). Neem
passende maatregelen, bijvoorbeeld door een beschermrooster
toe te voegen.
- Als er tijdens bedrijf risico op bevriezing in het systeem is,
gebruik dan een inrichting die dit voorkomt.
- Installeer ventilatie- en afvoerinrichtingen en afsluiters.
- Zorg voor een deugdelijke aarding van de pijpen op basis van
een alomvattende analyse van de installatie.
- Raadpleeg voor al het toebehoren de betreffende
handleidingen.
geen kracht uitoefenen op de leidingen van de batterij (druk,
torsie of flexie). Het gebruik van flexibele verbindingsstukken
op de aansluitingen wordt geadviseerd om waterslag te
voorkomen.
- De positionering van leidingen: sluit alle leidingen op het
apparaat aan (zie maatschets)
- Neem bij gebruik van hardgesoldeerde of gelaste verbindingen
passende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat
afvalresten van het solderen of lassen in het circuit terecht
komen.
Specifiek voor condensors:
- Aansluiting koudemiddel: De koelverbindingen tussen de
condensor en de binnenmachine, evenals de dichtheidstesten,
moeten worden uitgevoerd door een specialist met
inachtneming van de geldende voorschriften en de wetgeving.
De apparaten worden geleverd gevuld met stikstof op 0,5 bar
met afgedichte pijpen.
• Afdichting met gesoldeerde doppen: verhit de doppen met
een brander om ze te verwijderen.
• Afdichting met gedreven metaal: snijd het
uiteinde van de pijp met een pijpensnijder op
maximaal 10 mm van het uiteinde.
- Ingang / uitgang volgens stickers op de verdeler
bij de opening.
- ZAGEN EN SLIJPEN ZIJN VERBODEN omdat ze te
vervuilend zijn; gebruik een pijpensnijder.
9.3 - Een toerenregelaar aansluiten
- Een toerentalregelaar moet in bedrijf gesteld worden door
een specialist, omdat een onjuiste keuze of configuratie
elektromagnetische storing en schade aan de motoren kan
veroorzaken. Minimale voorzorgsmaatregelen:
• Gebruik stroomopwaarts en stroomafwaarts een
afgeschermde kabel.
• De frequentie moet tussen 25 en 50 Hz liggen.
• Plaats een dU/dt-filter tussen de toerentalregelaar en de
ventilatoren.
• Plaats een efficiënte sinusfilter tussen de toerentalregelaar
en de ventilatoren tussen fase en tussen fase en aarde.
Deze filters worden verkocht door fabrikanten van
ventilatoren.
NL-11
OPERA™