Inhoudsopgave
Advertenties
6
4
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
LET OP! – Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd met de elektrische voeding uitgeschakeld. Verkeerde
aansluitingen kunnen schade aan apparatuur of letsel bij personen veroorzaken.
In afb. 2 worden de elektrische aansluitingen van een gebruikelijke installatie weergegeven. Afb. 7 toont het bedradingsschema van de
elektrische aansluitingen die uitgevoerd moeten worden op de besturingseenheid.
4.1 - Soorten elektrische kabels
Aansluiting
A
NETVOEDING
B
KNIPPERLICHT MET ANTENNE
E
D
FOTOCELLEN
E - F
SLEUTELSCHAKELAAR
* Als de voedingskabel meer dan 30 m lang is, is er een kabel met een grotere doorsnede nodig, bijvoorbeeld 3 x 2,5 mm
aarding in de nabijheid van de automatisering plaats te vinden.
** De twee kabels van 2 x 0,5 mm
4.2 - Aansluiting van de elektrische kabels: afb. 7
K l e m -
Functie
men
9 - 10
Stoppen
9 - 11
Foto
8 - 12
Fototest
9 - 13
Stap-voor-stap
4 - 5
Knipperlicht
1 - 2
Antenne
Voor de elektrische aansluitingen gaat u als volgt te werk (zie afb. 7):
01.
Open het deksel: draai de schroef los en til het deksel omhoog
02.
Leid de voedingskabel door het voorbereide gat (laat 20/30 cm kabel over) en sluit hem aan op de juiste klem
03.
Leid de kabels van de voorgeschreven of reeds aanwezige inrichtingen door het voorbereide gat (laat 20/30 cm kabel over) en sluit ze
aan op de juiste klemmen, zoals weergegeven in afb. 7
04.
Voer de gewenste programmering uit: hoofdstuk 7
Tabel 3 - soorten elektrische kabels (zie afb. 2)
Soort kabel
3 x 1,5 mm
2
N°1 kabel: 2 x 1,5 mm
N°1 afgeschermde kabel type RG58
N°1 kabel: 2 x 0,25 mm
N°1 kabel: 4 x 0,25 mm
N°2 kabels: 2 x 0,5 mm
kunnen worden vervangen door een enkele kabel van 4 x 0,5 mm
2
Tabel 4 – Beschrijving van de elektrische aansluitingen
Beschrijving
- ingang voor apparaten die blokkeren of eventueel de in gang zijnde manoeuvre stoppen; met de juiste voor-
zorgsmaatregelen bij deze ingang kunnen contacten van het type "Normaal gesloten", "Normaal geopend" of
inrichtingen met een constante weerstand worden aangesloten.
Meer informatie over STOP kunt u vinden in paragraaf 8.1.1 - Ingang STOP
- ingangen voor veiligheidsinrichtingen die in werking treden tijdens de sluitmanoeuvre en die de beweging
omkeren: hierop kunnen NC-contacten (normaal gesloten) worden aangesloten
- zie voor verdere details paragraaf 8.1. Fotocellen.
Iedere keer dat er een manoeuvre wordt gestart, wordt de correcte werking van de fotocellen gecontroleerd; als
de test succesvol is, begint de manoeuvre. Dit is mogelijk met behulp van een bepaald type verbindingen: de
zenders van de fotocellen "TX" worden afzonderlijk van de "RX" -ontvangers gevoed.
Zie voor verdere details paragraaf 8.1.2 Fotocellen.
ingang voor inrichtingen die bewegingshandelingen besturen: hierop kunnen NO-contacten (normaal open)
worden aangesloten
- uitgang voor knipperlicht (automatisch knipperend)
- wanneer de uitgang actief is, levert deze een spanning van 230 V~ (120V~ op motor versie / V1)
- ingang antenne voor radiosignaalontvanger
- geïntegreerde antenne in het knipperlicht; er kan ook een externe antenne worden gebruikt
Maximale lengte
30 m *
van 10 m
2
10 m (aanbevolen lengte < 5 m)
(TX)
van 30 m
2
(RX)
van 30 m
2
**
van 20 m
2
LIMIT SWITCH
a
180°
MOTOR
b
180°
, en dient er een
2
.
2
Nederlands – 9
Advertenties
Inhoudsopgave
