Richtlijnen voor het onderhoud
Condenserende gasketel TRIGON L
Onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden mogen enkel door
bevoegde vakman worden
uitgevoerd. Deze is verantwoordelijk
voor een deskundige uitvoering.
•
Meet en registreer de ingestelde
emissiewaarden.
•
Schakel de hoofdschakelaar van de
ketel uit en borg deze tegen
opnieuw inschakelen of verbreek
de verbinding tussen ketel en
elektriciteitsnet volledig.
•
Draai de gaskraan dicht.
•
Demonteer de bekleding van het
toestel.
•
Demonteer de aanjager, de gasklep
en de branderunit.
•
Verwijder de ontstekingskabel.
Controleer of de ontstekingsstekker
beschadigd of nat is; vochtige/natte
ontstekingsstekkers veroorzaken
foutmeldingen. Vervang in dat geval
de ontstekingsstekker.
•
Kijk of de brander in orde is; reinig
deze indien nodig met een
kwast/nylonborstel of stofzuiger.
•
Kijk of de aanjager en de venturibuis
in orde zijn; reinig deze indien nodig
met een kwast/nylonborstel of
stofzuiger.
De installatie moet één keer per jaar
onderhouden worden. Als de
warmtewisselaar niet echt vuil is
geworden, hoeft deze niet gereinigd te
worden; reiniging moet wel op zijn
minst om de twee jaar plaatsvinden.
•
Verwijder de isolatie van de
vuurhaard.
•
Spoel de warmtewisselaar met
proper water uit; verwijder
hardnekkig vuil met een dunne
kunststofborstel en spoel de
warmtewisselaar vervolgens uit.
•
Reinig de sifon en vul deze voor
montage weer met water.
•
Controleer de instelling van de
gasdrukschakelaar, corrigeer deze
indien nodig. (10 mbar)
•
Controleer alle verbindingen van
condensvoerende onderdelen op
lekken.
Als er condens of ander vocht
gelekt is, verwijder dit dan.
•
Controleer de bevestigings-
schroeven, vervang deze indien
nodig.
•
Controleer de installatiedruk, het
expansievat en het veiligheids-
ventiel.
•
Als u pakkingen voor gas- en
watervoerende onderdelen heeft
gedemonteerd, dient u deze bij de
montage te vervangen door nieuwe
pakkingen; dit is vooral van belang
bij de O-ringen van de gasklep en
bij alle branderpakkingen.
•
Monteer het toestel opnieuw, zodat
het gereed voor bedrijf is.
•
Draai de gasleiding open en
controleer deze op lekken.
•
Schakel de hoofdschakelaar van
de ketel in.
•
Voer een werkingscontrole met
emissiemeting uit.
•
Controleer of de waarden overeen-
komen met de waarden van de
fabrikant, corrigeer deze indien
nodig.
29