Afdrukken vanuit een TEC-sessie
U hebt twee afdrukopties in een TEC-verbindingssessie. Voor beide afdrukopties
moet u vooraf een printer opgeven voordat u kunt beginnen met afdrukken.
v Met de functie Local printing kunt u afdrukken via een printer die is verbonden
v Met de functie Network printing kunt u afdrukken via een netwerkprinter.
De optionele NetPrint Print Server-software (NetPrint) biedt ondersteuning voor
netwerkprinters. Met NetPrint kunt u vanuit een TEC-sessie afdrukken naar
netwerkprinters.
Voor NetPrint zijn de volgende softwareonderdelen vereist:
v Het softwareonderdeel voor clients staat op de CompactFlash-kaart die wordt
v Het optionele softwareonderdeel voor servers is apart verkrijgbaar.
Voer de volgende stappen uit om af te drukken op een lokale printer:
__ 1. Kies Printerinstelling in het menu Verbinding.
__ 2. Selecteer een lokale printer en kies OK.
__ 3. Kies Afdrukken in het menu Verbinding.
Voer de volgende stappen uit om af te drukken op een netwerkprinter:
20
IBM NetVista N2200w, Thin Client voor WBT Standard 1.5 Naslaginformatie
__ b. Start de ICA- of de RDP-verbinding die u hebt gemaakt.
Raadpleeg "Verbinding met een server maken" op pagina 23 voor
meer informatie.
__ c. Open Windows Verkenner in het Windows-bureaublad om te zoeken
naar de Help-bestanden.
__ d. Dubbelklik op een HLP-bestand (xxxxxx.hlp) om het te starten.
U kunt alleen de HLP-bestanden starten. U moet echter ook CNT-
bestanden bewaren in dezelfde directory om de Help-bestanden te
kunnen bekijken.
met de NetVista thin client.
geleverd bij de NetVista thin client.
U hebt dit onderdeel nodig om netwerkprinters te starten voor uw NetVista thin
client.
Als u beschikt over NetPrint, raadpleegt u Tabel 3 om vast te stellen welke de
algemene taken zijn die uw servicemedewerker moet uitvoeren voor de instal-
latie en configuratie van NetPrint. Raadpleeg ook de Help-bestanden bij de
NetPrint Print Server voor meer informatie.
Tabel 3. Installatie en configuratie van NetPrint Print Server
1. Installeer een Print Server-account op uw Windows-server en meld u aan op de
Windows-server met dit account.
2. Zorg ervoor dat de netwerkprinters toegankelijk zijn voor het Print Server-account.
3. Installeer de NetPrint Print Server-software op een systeem met Windows NT 4.0
Server of Windows NT 4.0, Terminal Server Edition.
4. Zorg ervoor dat de functie voor de NetPrint Print Server is ingeschakeld.
5. Geef gebruikers of groepen op die toegang moeten hebben tot de netwerkprinter in het
NetPrint Print Server-account.
6. Configureer de NetVista thin client zodat deze de Windows NT Server met NetPrint
opgeeft en hiermee een verbinding tot stand brengt.
De inhoud van het sessievenster wordt nu afgedrukt op de lokale printer.