__ 3. Kies de beeldscherminterface voor de nieuwe verbinding en kies Next.
__ 4. Kies Finish om de nieuwe serververbinding op te slaan.
Raadpleeg "Verbinding met een server maken" op pagina 23 voor informatie over
het aansluiten van een server via een RDP-verbinding.
Raadpleeg "RDP-verbinding wijzigen" op pagina 25 voor informatie over het wijzi-
gen van een RDP-verbinding.
Afdrukken vanuit een RDP-verbinding
U hebt twee afdrukopties in een RDP-verbindingssessie. Voor beide afdrukopties
moet u vooraf een printer opgeven voordat u kunt beginnen met afdrukken.
v Met de functie Local printing kunt u afdrukken via een printer die is verbonden
v Met de functie Network printing kunt u afdrukken via een netwerkprinter.
Voer de volgende stappen uit om te controleren of er een printer beschikbaar is
voor lokale afdrukfuncties:
__ 1. Op het bureaublad van het Windows-werkstation kiest u Start–
16
IBM NetVista N2200w, Thin Client voor WBT Standard 1.5 Naslaginformatie
den op voor de vereiste velden en kiest u Next. Als u de automatische
aanmelding niet wilt inschakelen, vult u de velden niet in en gaat u verder
met Next.
Uw keuze bepaalt welke beeldscherminterface wordt gebruikt wanneer u
verbinding maakt met de server en u hierop aanmeldt. U kunt kiezen uit de
volgende opties:
v Bureaublad
Het serverbureaublad wordt afgebeeld wanneer de verbinding tot stand is
gebracht en u zich hebt aangemeld op de server.
v Bestandsnaam toepassing
Er wordt automatisch een bepaalde toepassing uitgevoerd en de grafische
gebruikersinterface wordt afgebeeld wanneer de verbinding tot stand is
gebracht en u zich hebt aangemeld op de server.
U kunt ook een werkdirectory kiezen voor de toepassing.
In het venster Terminal Connection Manager wordt de nieuwe RDP-
verbinding afgebeeld onder de tabs Connections en Configure.
met de NetVista thin client.
>Instellingen–>Printers.
Het venster Printers wordt afgebeeld.
Als er een printer is verbonden met de NetVista thin client, wordt de
configuratienaam voor deze printer afgebeeld als Local WBT
Printer/[WERKSTATIONNAAM]/Session [Nummer].
Bijvoorbeeld:
Local WBT Printer/IBMWBT/Session 3
IBMWBT is de werkstationnaam.
Session 3 is het sessienummer.
Als er geen configuratienaam voor de printer wordt afgebeeld voor de
NetVista thin client, voert u de volgende stappen uit om een printer-
configuratie te maken voor uw NetVista thin client:
__ a. Controleer of er een printer is aangesloten op de NetVista thin client.
__ b. Op het bureaublad van het Windows-werkstation kiest u Start–
>Instellingen–>Printers.