De hardware aansluiten
Lees voordat u verdergaat met deze instructies eerst
"Veiligheidsvoorschriften" op pagina v.
1. Sluit de onderstaande apparaten aan op de juiste
poorten:
1 Netwerkkabel
2 USB-toetsenbord en andere USB-apparatuur
3 Muis (met aansluiting op het toetsenbord)
4 Hoofdtelefoon
5 Microfoon
6 Beeldscherm
7 Voedingskabel en netsnoer
2. Zorg dat de beeldschermkabel goed is bevestigd aan
de NetVista thin client.
3. Stop de stekkers in goed werkende geaarde
stopcontacten.
De hardware aanzetten
1. Zet het beeldscherm en de andere apparaten die zijn
aangesloten op de NetVista thin client aan.
2. Zet de NetVista thin client aan door op de witte
aan/uit-schakelaar 8 te drukken.
De systeem-LED 9 verandert snel van amberkleurig
in ononderbroken groen. De NetVista thin client
begint met het uitvoeren van de opstartvolgorde.
Meer informatie vindt u onder "Opstartvolgorde" op
pagina 7.
3. Raadpleeg de volgende gedeelten voor meer
informatie over het beheer van de NetVista thin client:
v "Thin Client configureren" op pagina 9
v "Werken met de Terminal Connection Manager" op
pagina 23
v "Software-updates" op pagina 29
De hardware uitschakelen
1. Schakel de NetVista thin client uit door op de witte
aan/uit-schakelaar 8 te drukken.
De systeem-LED 9 is heel even amberkleurig, kort
na het uitschakelen. Dit geeft aan dat de NetVista thin
client automatisch WOL (Wake-On-LAN) heeft
geactiveerd.
2. Schakel het beeldscherm en de andere apparaten die
zijn aangesloten op de NetVista thin client uit.
6
IBM NetVista N2200w, Thin Client voor WBT Standard 1.5 Naslaginformatie