Extra eenheid voor papierdoorvoer installeren
•
Als menu [Bestand] niet wordt
weergegeven, druk dan op [Alt].
•
Als het weergegeven dialoogvenster niet
toestaat dat de eigenschappen van het
printerstuurprogramma gewijzigd worden,
volgt u de onderstaande procedure.
-
In Windows 7 hebben sommige
tabbladen een
de eigenschappen van het
1
printerstuurprogramma. Om de
eigenschappen te veranderen, klik
u er op. Als de eigenschappen niet
veranderd kunnen worden, dient u uw
netwerkbeheerder te vragen.
•
Om een op een netwerk geïnstalleerd
printerstuurprogramma te veranderen, zijn
2
netwerkbeheerdersrechten noodzakelijk.
Vraag uw netwerkbeheerder voor meer
informatie.
3
Open tabblad [Apparaatinstellingen]
(Device Settings) en stel de
3
volgende opties in.
4
5
6
Keuze Model (Model Selection) — deze
optie stelt het model in. De instellingen van het
printerstuurprogramma worden gewijzigd naar
gelang het geselecteerde model.
Opmerking
•
Als u [Universeel] (Universal) kiest, kunt u de
instellingen van het printerstuurprogramma
beperken tot instellingen die vaak worden gebruikt
in alle apparaten van de serie e-STUDIO. Dit is
handig in het geval dat u gebruik maakt van een al
geïnstalleerd printerstuurprogramma voor andere
modellen uit de e-STUDIO serie.
-toets in
Optie (Option) — Deze optie bepaalt of de
volgende optionele apparaten zijn geïnstalleerd.
•
Papierlades(Drawers) — deze optie stelt in
of de Eenheid voor papierinvoer wel of niet
geïnstalleerd is.
•
Finisher — Dit bepaalt of de binnenste
finisher wel of niet is geïnstalleerd.
Vergeet niet
•
De instellingen zijn afhankelijk van het model en de
configuratie van opties.
4
Klik op [Instellingen papierladen]
(Drawer Settings).
Dialoogvenster [Instellingen papierladen] (Drawer
Settings) wordt weergegeven.
5
Stel de volgende opties in en klik op
[OK].
Papierlade 1 (Drawer 1) — kies het formaat
en het type papier dat in de 1ste papierlade
geplaatst is.
Papierlade 2 (Drawer 2) — kies het formaat en
het type papier dat in de 2de papierlade geplaatst
is.
Papierlade 3 (Drawer 3) — kies het formaat en
het type papier dat in de 3de papierlade geplaatst
is.
Papierlade 4 (Drawer 2) — kies het formaat en
het type papier dat in de 4de papierlade geplaatst
is.
LCF — kies het formaat en het type papier dat in
het papierinvoermagazijn (LCF - Large Capacity
Feeder) geplaatst is.
Handinvoerlade (Bypass Tray) — kies
het formaat en het type papier dat in de
handinvoerlade geplaatst is.
Negeren van Papierinstellingen van
de applicatie (Override Application
Paper Source Settings) - Selecteer deze
optie om de papierinstelling van het
printerstuurprogramma te gebruiken, in
plaats van de applicatie-instelling.
- 38 -