Het rookkanaal moet extern geïsoleerd zijn ter vermijding van condensvorming en moet het
effect van koeling van de rookgassen verlagen.
• Het moet zich door middel van een luchtbuffer of isolatiemateriaal op afstand van brandbare of gemakkelijk
ontvlambare materialen bevinden. Controleer deze afstand bij de producent van de schoorsteen.
• De opening van de schoorsteen moet zich in dezelfde ruimte bevinden waarin het apparaat geïstalleerd is,
of op zijn minst in de aangrenzende ruimte. Onder de opening moet een opvangruimte voor vast materiaal
en condens aanwezig zijn, die via het metalen, hermetisch gesloten deurtje toegankelijk is.
• Extra afzuigsystemen mogen noch langs de schoorsteen noch op de schoorsteenpot geïnstalleerd zijn.
• De binnendoorsnede van het rookkanaal kan rond zijn (het best), of vierkant, waarbij de op elkaar aangesloten
zijden een minimumstraal van 20 mm hebben.
• De grootte van de doorsnede is:
minimaal Ø100 mm (voor kachels tot 8,5 kw)
•
minimaal Ø120 mm (voor kachels van 9 kW en hoger)
•
aanbevolen maximale Ø180 mm
•
• Laat de efficiëntie van het rookkanaal door een ervaren kachel- en schoorsteenspecialist nakijken en bedek
het rookkanaal zo nodig met materiaal dat aan de van kracht zijnde normen voldoet.
• De afvoer van de verbrandingsproducten moet plaatsvinden op het dak.
• Het rookkanaal moet het CE-plaatje bezitten volgens de norm EN 1443. Hieronder een voorbeeldplaatje:
10.4
HOOGTE-ONDERDRUK
De onderdruk (trek) van een rookkanaal is ook afhankelijk van diens hoogte. Controleer de onderdruk met de
waarden die vermeld worden bij KENMERKEN op pag. 40. Minimum hoogte 3,5 meter.
10.5
ONDERHOUD
• De rookafvoerleidingen (rookleiding + rookkanaal + schoorsteenpot) moeten altijd door een ervaren
schoorsteenveger gereinigd, geveegd en gecontroleerd worden in overeenstemming met de plaatselijke
regelgeving, met aanduiding van de producent van de schoorsteen en met de richtlijnen van uw
verzekeringsmaatschappij.
• Pas in geval van twijfel altijd de strengste regels toe.
• Laat het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens één keer per jaar door een ervaren schoorsteenveger
controleren en reinigen. De schoorsteenveger moet een schriftelijke verklaring afgeven waarin staat dat het
systeem veilig is.
• Het niet reinigen compromitteert de veiligheid.
10.6
SCHOORSTEENPOT
De schoorsteenpot heeft een belangrijke functie voor de goede werking van de verwarmingsapparatuur:
• Er wordt geadviseerd een windbestendige schoorsteenpot te gebruiken, zie Fig. 5 op pag. 9.
• De zone van de gaten voor de afvoer van de rookgassen moet twee keer zo groot zijn als de zone van het
rookkanaal en zo gevormd zijn dat de afvoer van de rook ook in geval van wind verzekerd wordt.
EASY - SWEET
- SHARP - PERLA
3
Fig. 4 - Voorbeeld van een plaatje
Fig. 5 - Windbestendige schoorsteenpotten
3
NL
9