2
4
3
Fig. Chauffeursplaats
1. Vergrendelingshendel - ronddraaien
(accessoire)
2. Vergrendelingshendel - hoek
stuurkolom
3. Vergrendelingshendel -
lengtebijstelling
4. Hendel - helling rugleuning
5. Hendel - gewichtsbijstelling
6
3
2
1
Fig. Chauffeursstoel
1. Hendel - lengte-aanpassing
2. Wiel - hoogte-aanpassing
3. Wiel - zitting instellen
4. Wiel - rugleuning achterover
5. Wiel - leuning instellen
6. Wiel -
lende-ondersteuningaanpassing
42
Bedieningseenheid - instelling
De bedieningseenheid heeft twee instelmogelijkheden:
ronddraaien en de hoek van de stuurkolom.
Het ronddraaien kan uitgevoerd worden als de hendel
(1) naar boven wordt getrokken.
De hoek van de stuurkolom kan worden bijgesteld
door de vergrendelhendel (2) te ontgrendelen.
Vergrendel daarna de stuurkolom in de nieuwe positie.
5
De stoel heeft de volgende instelmogelijkheden:
- Lengtebijstelling (3)
1
- Helling rugleuning (4)
- Gewichtsbijstelling (5)
Chauffeursstoel in cabine - Aanpassen
De bedieningseenheid heeft drie instelmogelijkheden;
dwars rijden, ronddraaien en de helling van het stuur.
Stel de chauffeursstoel zo in dat de zithouding
comfortabel is en de bedieningsorganen gemakkelijk
bereikbaar zijn.
De stoel heeft de volgende instelmogelijkheden:
5
- Lengte-aanpassing (1)
- Hoogte-aanpassing (2)
- Helling zitting (3)
4
- Helling rugleuning (4)
- Helling armleuning (5)
- Aanpassing lende-ondersteuning (6)
ICA302-4NL4.pdf
Controleer altijd eerst of de stoel vergrendeld is,
Controleer altijd eerst of de stoel vergrendeld is,
alvorens u begint te rijden.
alvorens u begint te rijden.
Controleer altijd of de stoel vergrendeld is voordat
Controleer altijd of de stoel vergrendeld is voordat
u de wals rijdt.
u de wals rijdt.
Bediening
2012-04-12