2
Fig. Automatische klimaatregeling
1. Koelelement
2. Aftapventiel (x2)
Afbeelding Motorruimte
1. Compressor
2. Aandrijfriem
2012-04-12
1
1
2
ICA302-4NL4.pdf
Verwijder indien nodig het stof van de koeleenheid en
het koelelement (1) met behulp van luchtdruk.
Controleer de systeemslangen op schuren. Zorg
ervoor dat de drainage van de koeleenheid niet
geblokkeerd is, zodat het condenswater zich niet
verzamelt in de eenheid.
Tap het water of door de ventielen samen te drukken
(2)
Compressor controleren (optioneel)
Inspecteer de bevestiging van de compressor (1).
De compressor bevindt zich boven de dynamo in de
motorruimte.
Indien mogelijk, moet u de eenheid minimaal vijf
minuten per week laten draaien, zodat het
smeersysteem de pakkingen en compressor smeert.
Controleer of de aandrijfriem (2) eventuele fysieke
schade of scheuren vertoont.
Anders dan om bovenstaande redenen mag de
Anders dan om bovenstaande redenen mag de
klimaatregeling niet draaien wanneer de
klimaatregeling niet draaien wanneer de
buitentemperatuur lager is dan 0 °C.
buitentemperatuur lager is dan 0 °C.
Onderhoud - 2000u
111