6) verwijder terwijl de vleugel in beweging is, tijdelijk de
beschermingsdop, en draai de bij de sluitingsbeweging
horende ontluchtingsschroef (fig.17-ref.C) los zoals in
fig.22;
7) laat de eventuele lucht uit het hydraulische circuit lopen
tot er niet-geëmulgeerde olie verschijnt;
8) draai de ontluchtingsschroef vast voordat de aandrijving
de sluitingscyclus heeft beëindigd;
Het is raadzaam deze handeling een aantal keren met beide
ontluchtingsschroeven te herhalen.
9) Vul olie bij, en gebruik daarbij de streepjes op het staafje
van de olievuldop (fig.20). Voor het eventueel bijvullen
mag uitsluitend FAAC HP OIL worden gebruikt.
2.6 INBEDRIJFSTELLING VAN DE POORT
Fig.2-23-24/a-24/b-25-26/a-26/b-27
1) Ontgrendel het systeem (zie paragraaf 6).
2) Draai de gegroefde bus die op het rondsel zit in de
sluitingsrichting tot hij niet verder kan.
3) Draai, om te vermijden dat de zuiger tegen de interne
mechanische aanslag komt, de bus 5 graden in de
openingsrichting.
4) Installeer de geleidingsbeugel van de poort:
-
gebruik een U-profiel met de afmetingen die zijn aangeduid
in fig.23;
-
plaats het profiel op de gegroefde bus in de stand "vleugel
dicht";
-
bepaal de correcte positie van de bus aan de hand van
de positie van de vleugel ten opzichte van de rotatie-as
(fig.24/1-b);
-
zet de bus met twee lassen op het profiel vast;
-
controleer of het systeem in fase is door een volledige
opening te simuleren;
-
las de bus goed op het profiel vast (fig.25);
-
sluit het U-profiel aan de zuilkant met behulp van een plaat
zoals in fig.26/a-b.
5) Smeer het rondsel van de hefcilinder met vet.
6) Zet de geleidingsbeugel op het rondsel in de eerdere positie
van "vleugel gesloten".
7) Zet de poort in de geleidingsbeugel en zet hem vast in het
bovenste scharnier.
De poort moet op de geleidingsbeugel rusten.
Om de hefcilinder hoger in te stellen moeten de
speciale nivelleringsschroeven met de wijzers van
de klok mee worden gedraaid (fig.2-ref.7).
Om de goede werking van het automatisch
systeem niet aan te tasten, mag de vleugel van
de poort absoluut niet op de geleidingsbeugel
of rechtstreeks op de gegroefde bus worden
gelast.
8) Controleer met de hand of de poort helemaal kan worden
geopend tot aan de externe eindaanslagen, en of de
vleugel vloeiend en zonder haperingen beweegt.
9) Zet de behuizing van de hefcilinder goed op zijn plaats
zoals in fig.27.
10) Metsel de behuizing in cement in.
Bevestig, om eventuele vervorming te voorkomen, ook het
deksel van de behuizing.
3 INBEDRIJFSTELLING
3.1. CONTROLE VAN DE DRAAIRICHTING
1) Schakel de voeding naar de elektronische
bedieningsapparatuur uit.
2) Zet de poort met de hand halverwege de
openingshoek.
3) Vergrendel het systeem weer (zie paragraaf 6).
4) Schakel de voedingsspanning weer in.
5) Geef een OPEN-impuls en controleer of de poort hierdoor
open gaat.
Als na de eerste OPEN-impuls een sluitingscommando wordt
gegeven, moeten op het klemmenblok van de elektronische
apparatuur de fasen van de elektrische motor worden
omgedraaid (bruine en zwarte kabel).
3.2 AFSTELLEN VAN DE WERKINGSTIJD
De openings-/sluitingstijd wordt bepaald door de programmering,
die wordt uitgevoerd op de elektronische bedieningsapparatuur
(zie betreffende handleiding).
Voor een maximale efficiëntie van de hydraulische vergrendeling
moet de openings-/sluitingstijd zo worden geprogrammeerd dat
de voeding naar de elektrische motor tot een aantal seconden
na het bereiken van de mechanische eindaanslag ingeschakeld
blijft.
3.3. AFSTELLEN VAN DE BEKNELLINGSBEVEILIGING
Fig.28
Als de poort naar binnen open gaat, is het automatisch systeem
750 voorzien van een beknellingsbeveiliging die ervoor zorgt dat
als er een obstakel is, de beweging wordt gestopt.
Deze koppelbegrenzer moet conform de geldende regelgeving
worden geijkt.
Gebruik om dat met precisie te doen als de krachtmeetinstrument
een lineaire dynamometer.
De drempel voor inwerkingtreding van de beknellingsbeveiliging
wordt ingesteld door aan de bypassschroeven te draaien zoals
in fig.28.
De rode schroef regelt het koppel voor het sluiten van de
vleugel.
De groene schroef regelt het koppel voor het openen van de
vleugel.
Draai de schroeven met de wijzers van de klok mee om het
koppel te verhogen.
Draai de schroeven tegen de wijzers van de klok in om het koppel
te verlagen.
4 TEST VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM
5 HANDBEDIENDE WERKING
Fig.29
Als de poort met de hand moet worden bediend omdat de
stroom is uitgevallen of omdat het automatische systeem niet
goed werkt, dient de ontgrendelingshendel te worden gebruikt
zoals in fig.29.
Draai de hendel om het systeem weer te vergrendelen weer
helemaal terug naar de oorspronkelijke stand.
6 ONDERHOUD
Fig.20
Controleer regelmatig, tijdens onderhoud, het oliepeil met behulp
van de streepjes op het staafje van de olievuldop (fig.20).
Kijk iedere 6 maanden de structuur van de poort na.
Voor het eventueel bijvullen mag uitsluitend FAAC HP OIL worden
gebruikt.
Daarnaast moet regelmatig worden gecontroleerd of de
bypassschroeven goed zijn afgesteld en of de ontgrendeling
goed werkt (zie de betreffende paragrafen).
Controleer verder regelmatig de structuur van de poort, en met
name of het bovenste scharnier goed werkt.
De op de installatie geïnstalleerde veiligheidsvoorzieningen
moeten iedere zes maanden worden nagekeken.
5