4 Beschrijving van het product
Tab.24
Parameters voor spontane oververhitting
Parameter
ING.BL
ZP.OFFSET KETEL
ZP.OFFSET SWW
Tab.25
Instelling van parameters
Energiemetingen
Energieverbruikmeting voor de warmtepomp alleen
40
200 PSL+ HYBRID
4.2.9
Systeemoververhitting
Als er elektrische energie beschikbaar is tegen lagere kosten
(fotovoltaïsche energie) kunnen het verwarmingscircuit en het reservoir
voor sanitair warmwater oververhit raken.
Om deze functie te activeren, configureert u de ingang BL. met de
parameter ING.BL.
Beschrijving
Opzettelijke oververhitting (fotovoltaïsche energie) alleen met de warmtepomp
Verstelling richttemperatuur in verwarmingsmodus
Verstelling richttemperatuur in sanitair-warmwaterproductiemodus ECO
Als de fotovoltaïsche ingang is aangesloten op de ingang BL1 op de
EHC-02-besturingsprint en als er goedkopere energie beschikbaar, dan
raakt het systeem oververhit naar gelang de geconfigureerde waarden.
De contactrichting van de BL-ingang maakt het mogelijk om apparaten
aan te sluiten met maak- of breekcontacten. De richting van het contact
voor de ingang BL wordt geconfigureerd via de parameter CTC.BL, wat
het mogelijk maakt om de ingangBL te laten activeren met een normaal
gesloten contact (CTC.BL=GESLOTEN) of een normaal geopend contact
(CTC.BL=OPEN).
4.2.10
Stille modus
De stille modus wordt gebruikt om het geluidsniveau van de buitenunit
gedurende een bepaalde tijdspanne te verlagen, vooral 's nachts. Deze
modus geeft tijdelijk voorrang aan de stille modus en niet aan de
temperatuurregeling. De functie wordt geactiveerd door de parameter
LAGE/RUIS met een richtwaarde voor de inschakeltijd voor de parameter
BEGI.LAGE/RUIS en een uitschakeltijd voor de parameter EIND LAGE/
RUIS van de functie.
De standaardwaarde van de inschakeltijd (parameter BEGI.LAGE/RUIS) is
22, wat overeenkomt met 22:00 's avonds en de standaardwaarde voor de
uitschakeltijd (parameter EIND LAGE/RUIS) is 6, wat overeenkomt met
06:00 's morgens. Deze waarden kunnen eventueel worden gewijzigd.
4.2.11
Werkingsprincipe van de energiemeters
Energiemetingen geven informatie over:
elektrisch energieverbruik,
de productie van thermische energie voor de verwarmings-, sanitair
warmwater- en koelingsmodi.
De thermische energie van de binnenmodule wordt berekend door de
twee PT1000 sensors en de debietmeter aangesloten op de regelaar-
printplaat op de verwarmingsgenerator (EHC-02).
De thermische energie van de hydraulische bijverwarming wordt ook
meegeteld om een totaalbeeld te krijgen van de herwonnen thermische
energie.
en
Parameters instellen
Stel de parameters
De elektrische energiemeter moet aan de volgende specificaties voldoen:
Optisch geïsoleerde impuls uitgang
Minimaal toelaatbare spanning: 27 V
Minimum toelaatbare stroomsterkte: 20 mA
en
op
7622028 - v05 - 20112018