Tab.23
Gedrag van de hydraulische bijverwarming
Waarde van de pa
Beschrijving van de werking
rameter BOOST
SWW.
ECO
Het systeem geeft voorrang aan de warmtepomp tijdens de productie van sanitair warmwater.
Op hydraulische bijverwarming wordt alleen een beroep gedaan indien de vertraging
NA.PRODUC.SWW is verstreken in de sanitair-warmwatermodus.
COMFORT
De sanitair-warmwaterproductiemodus geeft prioriteit aan het comfort door het versnellen van de sani
tair-warmwaterproductie door gelijktijdig gebruik te maken van de warmtepomp en de hydraulische bij
verwarming.
In deze modus is er geen maximale tijd voor de sanitair-warmwaterproductie omdat het gebruik van de
bijverwarmingen helpt om het sanitair-warmwatercomfort sneller te garanderen.
De aanvoertemperatuur vanaf de pomp en de bijverwarmingen kan tot max. 70 °C stijgen, afhankelijk
van de instelling van de parameter MAX.SYSTEM SWW.
Werkingsmodus
Optimalisering op basis
van de energiekosten (fa
brieksinstelling)
Optimalisering van het pri
maire energieverbruik
Optimalisering op basis
van de CO
-uitstoot
2
7622028 - v05 - 20112018
4.2.6
De hybride functie bestaat uit het automatisch overschakelen tussen de
warmtepomp en een olie- of gasketel, aan de hand van de veranderingen
van een van tevoren door de gebruiker geselecteerde factor.
Het omschakelen tussen de warmtepomp en de ketel hangt af van de
prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp. De drempelwaarde van de
prestatiecoëfficiënt wordt berekend aan de hand van de door de gebruiker
ingevoerde parameters (kosten, coëfficiënten uitstoot kooldioxide)
Indien de prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp hoger is dan de
drempelprestatiecoëfficiënt, krijgt de warmtepomp voorrang. Anders wordt
alleen de ketel ingeschakeld. De prestatiecoëfficiënt van de warmtepomp
hangt af van de buitentemperatuur
Het apparaat maakt een keuze tussen verschillende hybride werkingsmodi
mogelijk. In het menu #HYBRID zijn 3 hybride werkingsmodi beschikbaar
via de parameter GEACTIV.HYBRID.
Parameters
Beschrijving
KOST
De regelaar kiest de minst dure generator aan de hand van de prestatiecoëfficiënt
van de warmtepomp en aan de hand van de primaire energiekosten.
PRIM.EN
De regelaar kiest de generator die de minste primaire energie verbruikt.
CO2
De regelaar kiest de generator die de minste CO
Wanneer de hybride werkingsmodus is ingeschakeld, maakt de overgang
van de ene verwarmingsbron naar de andere gebruik van de
drempelprestatiecoëfficiënt. De overgang van een verwarmingsbron naar
een andere geschiedt aan de hand van het eerste criterium dat bereikt
wordt (prestatiecoëfficiënt of buitentemperatuur).
Hybride werkingsmodus
Verbruikskosten
Hoeveelheid verbruikte energie
Kooldioxide-uitstoot
Hybride werkingsmodus ingeschakeld
4 Beschrijving van het product
uitstoot.
2
200 PSL+ HYBRID
37