1.PAPIER PLAATSEN
Instelling papiersoort
Wanneer u speciaal papier anders dan normaal papier of een soort dat niet voor normaal kopiëren wordt gebruikt
plaatst, dient u de dikte en het kenmerk op het multifunctionele systeem in te stellen. Voor een overzicht van de
geschikte papiersoorten, raadpleeg de Specificatieshandleiding.
De ingestelde papiersoort wordt met een pictogram aangegeven in het meldingsgebied voor de status van het
systeem.
Wanneer u een papiersoort selecteert, kunt u deze bevestigen door middel van de pictogrammen zoals weergegeven
in het onderstaande meldingsgebied voor de status van het systeem.
Dikte (Thickness) (Papierinvoereenheid, onderkast voor papierinvoer, extra groot papiermagazijn, enveloppenlade)
Pictogram
—
*1 Deze papiersoorten zijn niet geschikt voor het extra groot papiermagazijn.
*2 Deze papiersoorten zijn niet geschikt voor e-STUDIO2000AC/2500AC.
*3 Het pictogram van deze papiersoort is alleen beschikbaar als de enveloppenlade wordt gebruikt.
32 Papierinstellingen
Dikte
Normaal (Plain)
Dik (Thick)
*1
Dik1 (Thick 1)
*1, *2
Dik2 (Thick 2)
*1, *2
Dik3 (Thick 3)
Recycling papier (Recycled
Paper)
*3
Envelop (Envelope)