•
Als u de knop voor remafstelling niet kunt afstellen
door hem vast te draaien en de parkeerremhendel
met een kracht van 133 tot 156 N·m in werking te
stellen, doet u het volgende:
A. Draai de achterste contramoer
voor de schroefregelaar van de kabel van de
parkeerrem 1 slag los.
B. Draai de voorste contramoer vast
C. Draai aan de knop voor remafstelling
53) totdat een kracht van 133 tot 156 N·m
nodig is om de parkeerremhendel in werking
te stellen.
D. Herhaal stappen
3 keer om een kracht van 133 tot 156 N·m te
bereiken voor de parkeerremhendel.
Opmerking: Als u de kabel van de parkeerrem
niet voldoende kunt afstellen om de knop voor
remafstelling binnen het afstelbereik te krijgen,
moet u de remschoenen controleren op overmatige
slijtage.
•
Draai de stelschroef vast en plaats de handgreep
(Figuur
53).
Remvloeistof verversen
Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren
Neem contact op met een erkende servicedealer.
(Figuur
54)
(Figuur
54).
(Figuur
A
tot en met
C
maximaal nog
Onderhoud riemen
Onderhoud van de drijfriem
Nieuwe drijfriemen hebben een inlooptijd nodig voordat ze
vlot schakelen. De inlooptijd van een riem is afgelopen na ten
hoogste 2 uur normaal gebruik.
Drijfriem controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Opmerking: Als de eenheid blijft bewegen met de motor in
laag stationair zijn de koppelingen mogelijk vuil en moeten ze
gereinigd worden.
1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel
de parkeerrem in werking, draai het contactsleuteltje op
Uit en verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Breng de laadbak omhoog en ondersteun deze met de
steunstang; zie
De laadbak ophalen (bladz.
3. Laat de riem
(Figuur
deze op overmatige slijtage of beschadigingen.
Opmerking: Vervang de riem indien dit nodig is.
1
1. Primaire koppeling
2. Drijfriem
4. Laat de laadbak zakken; zie
18).
46
18).
55) ronddraaien en controleer
3
2
G017197
Figuur 55
3. Secundaire koppeling
Laadbak neerlaten (bladz.