Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bandenspanning Controleren; Brandstof Bijvullen - Toro Workman MDX-D Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3. Maak de omgeving van de oliepeilstok
schoon met een vod zodat vuil niet in de opening van
de peilstok kan vallen en de motor beschadigen.
1
1. Dop van vulbuis
4. Verwijder de peilstok en veeg het uiteinde schoon.
5. Schuif de peilstok helemaal in de vulbuis
6. Trek de peilstok eruit en controleer het oliepeil op het
uiteinde
(Figuur
16).
Opmerking: Als het oliepeil te laag is, moet u de
vuldop van de motor draaien en bijvullen met geschikte
olie tot aan, maar niet voorbij, de Vol-markering op de
peilstok. Vul de olie langzaam bij en controleer daarbij
veelvuldig het peil. Voeg niet te veel olie toe in de
motor..
7. Steek de oliepeilstok helemaal in de opening
16).
8. Laat de laadbak zakken; zie
18).

Bandenspanning controleren

Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Bereik van de bandendruk: 0,55 tot 1,52 bar
Belangrijk: De maximale bandenspanning op de wang
van de band niet overschrijden.
Opmerking: De vereiste bandenspanning is afhankelijk van
het gewicht dat u van plan bent te transporteren.
1. Controleer de bandenspanning.
Opmerking: De luchtdruk in de voor- en
achterbanden moet liggen tussen 0,55 en 1,52 bar.
(Figuur
2
G016858
Figuur 16
2. Oliepeilstok
(Figuur
Laadbak neerlaten (bladz.
16)
Gebruik een lagere bandenspanning voor lichtere
ladingen, voor minder bodemcompactie, voor een
soepeler rijgedrag en voor minder bandensporen
op de grond.
Gebruik een hogere bandenspanning om zwaardere
ladingen met hogere snelheid te transporteren.
2. Indien nodig dient u de luchtdruk in de banden aan te
passen door lucht in de banden te pompen of deze af
te laten.

Brandstof bijvullen

De motor loopt op schone, verse diesel met een minimaal
cetaangetal van 40. Koop brandstof in hoeveelheden die
binnen 30 dagen kunnen worden gebruikt zodat u altijd verse
brandstof heeft.
Gebruik zomerdieselbrandstof (nr. 2-D) bij temperaturen
boven -7 °C en winterdieselbrandstof (nr. 1-D of
nr. 1-D/2-D-mengsel) bij temperaturen beneden -7 °C.
Gebruik van winterdieselbrandstof bij lagere temperaturen
geeft een lager vlampunt en stolpunt, waardoor starten
makkelijker wordt en de kans op chemische scheiding van de
brandstof door lage temperatuur verkleind wordt.
Gebruik van zomerdieselbrandstof boven -7 °C leidt tot een
langer leven van de onderdelen van de brandstofpomp.
Belangrijk: Gebruik nooit kerosine of benzine in plaats
16).
van dieselbrandstof. Als u deze waarschuwing niet in
acht neemt, kan dit leiden tot beschadiging van de
motor.
(Figuur
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0735907359tc

Inhoudsopgave