Opmerking: Voor meer informatie raadpleegt u het handboek bij het besturings-
PCI-adapters configureren
Naast de bij de adapter geleverde documentatie kunt u ook de volgende informatie
raadplegen voor vragen over de configuratie van de adapter.
PCI-adapters hoeven over het algemeen niet door de gebruiker te worden
geconfigureerd. De computer en het besturingssysteem beheren automatisch de
resources die voor elk apparaat in de computer vereist zijn en wijzen resources toe
aan apparatuur op een manier die systeemconflicten voorkomt.
Opstartapparaten apparaten devices
Bij het opstarten zoekt de computer naar een besturingssysteem. De opstartvolgorde
is de volgorde waarin op apparaten wordt gezocht naar het besturingssysteem. Als
u nieuwe apparaten hebt toegevoegd aan de computer, wilt u de opstartvolgorde
wellicht wijzigen. U kunt opstartapparaten configureren met het configuratie-
programma. Meer informatie vindt u in Access IBM op het bureaublad.
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen)
Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden. Meer infor-
matie over vergeten wachtwoorden vindt u in Access IBM op het bureaublad.
Een vergeten wachtwoord wissen:
56
Handboek voor de gebruiker
v Een pictogram met een X betekent dat het apparaat uitgeschakeld is. Een pic-
togram met een omcirkeld uitroepteken geeft een resourceconflict aan. Bij een
pictogram met een X of een omcirkeld uitroepteken kunt u op Eigenschap-
pen klikken voor meer informatie over de oorzaak van het probleem.
v Als het apparaat niet in de lijst staat, is het mogelijk niet correct geïnstal-
leerd. Controleer of de optie is geïnstalleerd zoals in de instructies aangege-
ven, of alle kabel goed zijn aangesloten en of eventuele jumpers of schake-
laars correct zijn ingesteld.
v Als een apparaat in de lijst onder Overige apparaten staat, ontbreekt er een
stuurprogramma, is het stuurprogramma verkeerd geïnstalleerd of is het
besturingssysteem niet opnieuw gestart nadat het stuurprogramma werd
geïnstalleerd. Start de computer opnieuw en controleer het apparaat nog-
maals. Als het apparaat nog steeds onder Overige apparaten staat, raadpleegt
u de documentatie die bij de optie is geleverd en installeert u het stuur-
programma opnieuw.
systeem.
1. Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2. Ontkoppel het netsnoer.
3. Verwijder de kap. Zie
"De kap verwijderen" op pagina 19 (klein desktopmodel),
"De kap verwijderen" op pagina 29 (desktopmodel), of
"De kap verwijderen" op pagina 41 (microtower).
4. Zoek de jumper voor het wissen van CMOS/BIOS op de systeemplaat. Zie
"Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 20 (klein desktopmodel),
"Onderdelen van de systeemplaat herkennen" op pagina 30 (desktopmodel) of
"Onderdelen van de systeemplaat" op pagina 44 (microtower).