Rijden op de motorfiets
Parkeer op een zijwaartse helling altijd
zo dat de helling de motorfiets vanzelf
naar de zijstandaard toe duwt.
Parkeer nooit op een zijwaarts aflopend
oppervlak met een helling van meer dan
6° en parkeer nooit met de voorzijde van
de motorfiets naar beneden gericht.
Let op
Bij parkeren in het donker wanneer er
verkeer in de buurt is, of bij parkeren op
een
plaats
waar
het
gebruik
van
parkeerlichten
wettelijk
verplicht
is,
dienen
het
achterlicht,
het
kentekenplaatlicht en de positielichten
te blijven branden. Hiervoor dient de
contactschakelaar
in
de
stand
P
(PARKEREN) gedraaid te worden.
Laat
de
contactschakelaar
niet
gedurende langere tijd in de stand P
staan, omdat daardoor de accu leeg
raakt.
Controleer voordat u wegrijdt of de
zijstandaard volledig is ingeklapt.
81