Algemene informatie
Schakelaars rechter
handgreep
1
6
1.
Start-stopschakelaar motor
2.
Stand STOP
3.
Stand DRAAIEN (RUN)
4.
Stand START
5.
Modusknop
6.
Schakelaar alarmknipperlichten
Stand STOP
De stopstand is bedoeld voor gebruik in
een
noodgeval.
noodgeval
voordoet
noodzakelijk is de motor uit te zetten,
zet u de start-stopschakelaar in de
stand STOP.
Voorzichtig
Laat de contactschakelaar niet in de
stand AAN (ON) staan wanneer de
motor niet draait, omdat dit kan leiden
tot schade aan elektrische onderdelen
en het ontladen van de accu.
48
2
3
4
5
Indien
zich
een
waarbij
het
Let op
Hoewel
de
motorstopschakelaar
motor uitschakelt, worden hierdoor niet
alle elektrische circuits uitgeschakeld.
Dit kan leiden tot problemen met het
opnieuw starten van de motor door een
ontladen
accu.
uitsluitend
de
worden
gebruikt
stoppen.
Stand RUN
De contactschakelaar moet in de stand
AAN
(ON)staan
stopschakelaar
moet
DRAAIEN (RUN) staan om met de
motorfiets te kunnen rijden.
Stand START
De stand START bedient de elektrische
startinrichting. Om de startinrichting te
kunnen
inschakelen,
koppelingshendel tegen de handgreep
worden getrokken.
Let op
Ook wanneer de koppelingshendel tegen
de handgreep is getrokken, werkt de
startinrichting
zijstandaard is uitgeklapt en er een
versnelling is ingeschakeld.
Modusknop
Met
de
modusknop
gaskleprespons worden afgesteld. Druk
herhaaldelijk op de modusknop om een
van
de
rijmodi
pagina 40 voor meer informatie).
Normaliter
dient
contactschakelaar
om
de
motor
en
de
start-
in
de
stand
moet
niet
indien
kan
te
selecteren
de
te
te
de
de
de
(zie