• Tot.aant. uren
• Opstart N.
• Rpm Rook
• T.Rookgassen
• Spanning Wisselaar
• Lading Worm
• Vlam
8.6
ONTSTEKING VAN DE KACHEL
Wij herinneren u eraan dat de eerste inschakeling door gekwalificeerd en geautoriseerd technisch personeel uitgevoerd moet
worden, dat controleert of alles volgens de van kracht zijnde normen geïnstalleerd is en dat de werking controleert.
• Als in de verbrandingskamer boekjes, handleidingen enz..... aanwezig zijn, verwijder deze dan.
• Controleer of de deur goed gesloten is.
• Controleer of de stekker in het elektrische stopcontact gestoken is.
• Controleer voordat u de kachel inschakelt of de vuurpot schoon is.
• Om de kachel te starten de toets P1 enkele ogenblikken ingedrukt houden tot "ON" met een knipperende vlam op de zijkant ver-
schijnt. De voorverwarming van de weerstand begint. Na enkele seconden begint de vijzel pellets te laden en vervolgt de verwar-
ming van de weerstand. Wanneer de temperatuur voldoet (na ong. 5-8 minuten) wordt de inschakeling als voltooid beschouwd.
• Na de inschakelingsfase start de werkfase van de kachel en wordt het gekozen warmtevermogen, de kamertemperatuur en de
grote vlam weergegeven (zie Fig. 11).
• Als de waarde van de kamertemperatuur de bepaalde limiet overschrijdt, ingesteld via het toetsenbord in temperatuurinstel-
ling, daalt het warmtevermogen tot op het minimum en wordt kleine vlam weergegeven (zie Fig. 12). Wanneer de kamer-
temperatuur weer onder de ingestelde temperatuur daalt, keert de kachel weer op het ingesteld vermogen.
Fig. 11 - Grote vlam
8.7
GEEN ONTSTEKING
Als de pellets niet ontstoken worden, wordt dit gesignaleerd door het alarm A01 "Geen Ontsteking".
Als de kamertemperatuur lager is dan 5°C, is het mogelijk dat de weerstand niet voldoende opwarmt om de pellets te kunnen
ontsteken. Verwijder de onverbrande pellets uit de vuurpot en herhaal de inschakeling.
Teveel pellets in de vuurpot, of vochtige pellets, of een vuile vuurpot, maken het ontsteken moeilijk, veroorzaken witte, dichte rook
die schadelijk voor de gezondheid is en kunnen explosies in de verbrandingskamer tot gevolg hebben. Men dient daarom tijdens
de ontstekingsfase niet voor de kachel te blijven staan als witte, dichte rook waargenomen wordt.
Als de vlam na enkele maanden zwak is en/of oranje van kleur, of als het glas de neiging vertoont steeds erg
zwart te worden, of de vuurpot de neiging vertoont een aanslag te vormen, reinig dan de kachel, reinig de
rookleiding en reinig het rookkanaal.
LET OP!
Zorg ervoor dat de vuurpot geen pellets en as bevat die zich opgehoopt hebben omwille van een gebrekkige
ontsteking. Als de vuurpot niet schoongemaakt wordt voor een reset, riskeert men andere mislukte ontstekin-
gen en zelfs een explosie.
8.8
UITSCHAKELING (OP HET PANEEL: OFF MET KNIPPERENDE VLAM)
Wanneer de uitschakeltoets ingedrukt wordt, of een alarmsignalering aanwezig is, gaat de kachel de thermische uitschakelfase
binnen waarbij de volgende fasen automatisch uitgevoerd worden:
• Het laden van de pellets wordt onderbroken.
• De kamerventilator blijft werken tot de vereiste temperatuur wordt bereikt.
• De rookgasventilator wordt op het maximum ingesteld en blijft op het maximum tot de vereiste temperatuur wordt bereikt,
plus 10 minuten voor de veiligheid. Als vervolgens de temperatuur van de rookgassen onder de inschakelingsdrempel is geda-
17
KOBE - FENICE - SPARK - INDACO - PRINCE
Fig. 12 - Kleine vlam