Hoofdstuk 5. Kalibratie
Voordat u met de kalibratieprocedure begint, wordt aangeraden de apparatuur minstens twee uur
in de kalibratieruimte te laten acclimatiseren.
Functie
Stroom
Spanning
Millivolt
Druk (P1)
IDOS
Voordat u met de kalibratie begint, controleert u of de tijd en datum van het instrument juist zijn.
Voor een kalibratie van een meet- of opwekkingsfunctie, gebruikt u de geavanceerde menu-optie.
1.
Selecteer: DASHBOARD >>
2.
Voer de kalibratie-PIN in: 4321
3.
Druk op de knop
4.
Selecteer: KALIBRATIE UITVOEREN
Selecteer een functie en begin de kalibratie:
1.
Selecteer kanaal.
2.
Selecteer functie.
3.
Selecteer bereik (indien van toepassing).
4.
Volg de schermaanwijzingen.
Wanneer de kalibratie afgerond is, stelt u de eerstvolgende kalibratiedatum in.
5.5 Procedures: Stroom (meting)
Voer de procedure als volgt uit:
1.
Sluit de benodigde kalibratie-apparatuur aan (raadpleeg Tabel 5-1).
2.
Zorg ervoor dat de apparatuur een stabiele temperatuur heeft (minstens 5 minuten na de
laatste inschakeling).
3.
Gebruik het kalibratiemenu (raadpleeg Deel 5.4) om een driepuntskalibratie (-FS, Nul en
+FS) uit te voeren voor elk bereik: 20 en 55 mA.
4.
Controleer of de kalibratie juist is.
a.
Selecteer de benodigde Stroom (meting)-functie.
b.
Gebruik de volgende waarden:
mA: -55, -25, -20, -10, -5, 0 (open circuit)
mA: 0, 5, 10, 20, 25, 55
Copyright 2015 Baker Hughes Company.
60 | DPI612 gebruikershandleiding–Nederlands
Tabel 5-1: Kalibratie-apparatuur
Kalibratie-apparatuur
Stroom (mA)-kalibrator.
Nauwkeurigheid - Stroommeting/opwekking.
Raadpleeg Tabel 5-2 en Tabel 5-3.
Voltkalibrator.
Nauwkeurigheid - Spanningsmeting/opwekking.
Raadpleeg Tabel 5-5 of Tabel 5-6.
mV-kalibrator. Nauwkeurigheid - Millivoltmeting/opwekking.
Zie Tabel 5-4.
Alle bereiken, totale onzekerheid van 0,025% afleeswaarde of beter.
Alleen UPM. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de IDOS UPM.
SETTINGS >> ADVANCED
.