Hoofdstuk 1. Inleiding
Nadat de selectieschakelaar op druk of vacuüm is gezet (raadpleeg Deel 1.10.4), sluit u het
systeem af (raadpleeg Deel 1.10.3) en gebruikt u de pomp om de benodigde druk of onderdruk
in te stellen.
Fijnafstellingen voor druk kunnen worden gedaan door middel van de volumeregelaar (See
Deel 1.10.6.2).
1.10.6 Volumeregelaar
1.10.6.1 DPI612 pFlex volumeregelaar
Deze regelaar verhoogt of verlaagt de druk of het vacuüm.
Voordat u het systeem afsluit (raadpleeg Deel 1.10.3), zet u deze regeling op de benodigde
stand:
•
Voor een gelijke afstelling zet u hem op het midden van het bereik.
•
Voor maximale afstelling draait u hem helemaal naar rechts of naar links.
Wanneer de benodigde druk of vacuüm is ingesteld met de pomp (raadpleeg Deel 1.10.5.1),
gebruikt u de volumeregelaar om fijnafstellingen te doen.
1.10.6.2 DPI612 pFlexPro volumeregelaar
Deze regelaar verhoogt of verlaagt de druk of het vacuüm.
Voordat u het systeem afsluit (raadpleeg Deel 1.10.3), zet u deze regeling op de benodigde
stand:
•
Voor een gelijke afstelling zet u hem op het midden van het bereik.
•
Voor maximale afstelling draait u hem helemaal naar rechts of naar links.
Wanneer de benodigde druk of vacuüm is ingesteld met de pomp (raadpleeg Deel 1.10.5.2),
gebruikt u de volumeregelaar om fijnafstellingen te doen.
Copyright 2015 Baker Hughes Company.
12 | DPI612 gebruikershandleiding–Nederlands
Afbeelding 1-9: DPI612 pFlex volumeregelaar
Afbeelding 1-10: DPI612 pFlexPro volumeregelaar