Hoofdstuk 2. Bediening
2.1.1.1 Procedure voor bevestiging
1.
Verwijder de adapter.
2.
Gebruik een geschikte afdichting voor de drukaansluiting:
a.
NPT-type: Gebruik een geschikt afdichtmiddel op de schroefdraad.
b.
BSP (parallel) type: aanbevolen wordt een gelijmde sluiting aan de onderkant te
gebruiken.
c.
BSP (parallel type, 100 bar (1500 psi) of minder: een gebonden afdichting bovenop is
toegestaan.
3.
Sluit de adapter op het instrument aan; zo nodig gebruikt u een van de alternatieve adapters
die vermeld staan in Deel 1.11 en draai hem vast met het aanbevolen draaimoment.
4.
Bevestig de adapter opnieuw aan de testpoort en draai hem handvast aan.
2.1.1.2 Procedure voor verwijdering
1.
Als u een instrument wilt verwijderen, laat u eerst de druk af (raadpleeg Deel 2.2.2).
2.
Verwijder de adapter van de testpoort.
3.
Verwijder de adapter van het apparaat.
4.
Sla de adapter op om de schroefdraad te beschermen.
2.1.2 Een drukontlastventiel bevestigen
Optioneel accessoire; raadpleeg Deel 1.11.16. Gebruik een drukontlastventiel (PRV) om een
limiet te stellen aan de druk die wordt toegepast op de drukapparatuur die op de drukkalibrator is
aangesloten. De PRV is in de fabriek ingesteld op de maximale druk die op het etiket staat
aangegeven.
Als de druk in het instrument groter is dan de ontlastdruk die voor de PRV is ingesteld, dan regelt
de PRV een langzame verwijdering van de ongewenste druk. De juiste PRV helpt overdruk en
beschadiging van de bevestigde apparatuur te voorkomen.
2.1.2.1 Pneumatisch
1.
Verwijder de afsluitplug of, indien van toepassing, een bestaande PRV.
Opmerking: Voordat u de PRV opslaat, moet u ervoor zorgen dat deze schoon en droog is.
2.
Kies een schone en droge PRV met de juiste drukwaarde voor de DUT en draai het ventiel
op zijn plaats (niet meer dan handvast).
Copyright 2015 Baker Hughes Company.
24 | DPI612 gebruikershandleiding–Nederlands
1
2