Download Print deze pagina

BRP SEA-DOO GTX PRO 130 2022 Gebruikershandleiding pagina 18

Advertenties

M M A A A A K K U U V V E E R R T T R R O O U U W W D D M M E E T T D D E E W W A A T T E E R R S S C C O O O O T T E E R R
De prestaties van deze waterscooter
kunnen de prestaties van andere wa-
terscooters die u eerder heeft gereden
overtreffen. Ga er niet van uit dat alle
waterscooters op dezelfde manier
reageren.
Zorg ervoor dat u de inhoud van deze
handleiding goed heeft begrepen, zo-
dat u geheel vertrouwd bent met de
bedieningselementen en de werking
van de waterscooter, voordat u uw
eerste rit begint of passagiers mee-
neemt. Als u daarvoor nog geen gele-
genheid had, oefen dan bij een solorit
in een geschikte verkeersvrije zone,
om u aan het gevoel en de reactie van
de regeling te wennen. Pas als u hele-
maal vertrouwd bent met alle bedie-
ningselementen mag u versnellen tot
hoger dan stationair.
S S t t u u w w k k r r a a c c h h t t v v a a n n d d e e
s s t t r r a a a a l l m m o o t t o o r r
Uw waterscooter bezit een aandrijf-
systeem op basis van een straalmo-
tor. Het water wordt van onder de
scooter door het inlaatrooster aange-
zogen en dan door de venturi geacce-
lereerd,
waardoor
ontstaat. Dit geaccelereerde water
komt er aan de achterzijde van de
scooter weer uit.
Alle passagiers dienen shorts van ne-
opreen te dragen (wetsuit materiaal)
om te verhinderen dat water bij een
val achterover met geweld de anus of
de vagina binnendringt. Opvarenden
die geen neopreen short droegen, lie-
pen ernstig rectale, vaginale en in-
wendige
verwondingen
voortvloeiend in permanent letsel. Ge-
wone zwemkleding biedt onvoldoende
bescherming tegen water dat met
kracht in de onderste mannelijke of
vrouwelijke
binnendringt.
De jetpomp kan afval meezuigen en
naar achter slingeren, wat een risico
inhoudt op verwonding van mensen of
16
de
stuwkracht
lichaamsopeningen
VEILIGHEIDSINFORMATIE
beschadiging van de jetpomp of an-
dere voorwerpen.
Start de motor niet of gebruik de wa-
terscooter niet als iemand zich rond of
achter het vaartuig in het water
bevindt.
S S t t u u u u r r i i n n r r i i c c h h t t i i n n g g
Uw waterscooter bezit aan de achter-
zijde een met het stuur stuurbare
spuitmond, die de waterstroom van
links tot rechts kan spuiten. Om de
waterscooter te draaien moet u zowel
sturen als gas geven.
Laat de gashendel niet los wanneer u
obstakels ontwijkt - net als bij andere
motorboten moet u gas geven om te
kunnen sturen.
Als de motor wordt uitgeschakeld kan
niet meer worden gestuurd.
B B i i n n d d s s n n o o e e r r
Houd de lip van het bindsnoer altijd
bevestigd aan het reddingsvest of de
pols van de bestuurder (polsband be-
nodigd) en vermijd dat het bij het stuur
ingeklemd kan worden, zodat de mo-
tor wordt gestopt als de bestuurder in
het water valt.
Als de bestuurder van de waterscoo-
ter valt en het bindsnoer niet zoals is
aanbevolen is bevestigd, stopt de mo-
tor niet en kan de waterscooter zijn
vaart voortzetten. U zou dan niet meer
in staat kunnen zijn naar de scooter
toe te zwemmen.
Verwijder na de rit het bindsnoer altijd
op,
van de motorstopschakelaar, om on-
geoorloofd gebruik door kinderen of
anderen te vermijden en te voorko-
men dat de motor in een gesloten
ruimte (bijv. garage) wordt gestart.
Om onopzettelijk starten te voorko-
men dient u het bindsnoer los te kop-
pelen
van
wanneer zwemmers aan boord komen
de
motoruitschakelaar

Advertenties

loading