10 Onderhoud
Afb.84
84
10.3.9
1. Verwijder de rookgasafvoerbuis van de condensoruitlaat.
2. Verwijder het diafragma van de rookgasafvoer.
3. Reinig het diafragma van de rookgasafvoer.
4. Plaats het diafragma terug op de rookgasafvoer (TOP pijl omhoog
wijzend).
5. Sluit de rookgasafvoerbuis aan op de condensoruitlaat.
MW-5000473-3
10.3.10 Sifon reinigen
1. Demonteer de sifon.
2. Spoel de sifon door met water.
3. Vul de sifon met water.
Belangrijk
De sifon kan ook worden gevuld met water via het luik van de
wisselaar.
4. Plaats de sifon terug.
Voor meer informatie, zie
Sifon vullen en bevestigen, pagina 39
10.3.11 Onderhoud van de brander
De brander moet eens per jaar worden gecontroleerd, gereinigd en
afgesteld.
Belangrijk
Een belangrijke verhoging van de rookgastemperatuur wijst op
een verstopping van de ketel en betekent dat deze moet worden
gereinigd.
1. Schakel de hoofdschakelaar van het verwarmingssysteem uit.
2. Koppel de brander los van de elektrische installatie.
3. Controleer de staat van de verbrandingskamer en van de
rookgascircuits.
4. Laat de schoorsteen vegen indien nodig.
5. Controleer en reinig het oliefilter.
Vervang het indien nodig.
6. Controleer de staat van de verstuiver.
7. Controleer de staat van de elektroden.
8. Controleer en reinig de bovenste en onderste luchtafvoerkanalen in
de stookruimte.
9. Reinig alle branderonderdelen.
Belangrijk
In het onderdelenmagazijn is een product verkrijgbaar voor het
reinigen van de branderkop.
10. Vervang alle defecte onderdelen.
11. Zet de brander in de bedrijfsstand.
12. Sluit de vacuümmeter en de manometer aan op de branderpomp.
13. Controleer de elektrische aansluitingen op de brander.
14. Schakel de hoofdschakelaar van de installatie in.
15. Start de brander.
16. Stel de brander af.
17. Meet de verbrandingswaarden (ketel in bedrijfsstatus).
Reinig het diafragma van de rookgasafvoer
7748912 - v01 - 28012020