Advertenties
Afb.40
1
Afb.41
4
5
Afb.42
pH > 6,5
7748912 - v01 - 28012020
2
3
MW-2000970-01
MW-2000965-03
6.6.4
Sifon vullen en bevestigen
Gevaar
Als de sifon leeg is terwijl de ketel werkt, ontsnappen er
rookgassen in de ruimte waar de verwarmingsketel geïnstalleerd
is.
MW-2000969-01
1. Vul de sifon met water tot aan de
2. Plaats de plastic vulring op de sifon.
3. Plaats de schroef in de plastic vulring.
4. Plaats de borgmoer op de condensoruitlaat.
5. Breng de pakking aan op de condensoruitlaat.
6. Steek de sifoninlaat in de pakking gemonteerd op de
condensoruitlaat.
7. Draai de schroef vast.
8. Draai de schroef vast in de condensornippel zonder deze te forceren.
6.6.5
Condensafvoerleiding aansluiten
Gebruik een neutraliseringsinstallatie om een pH te bereiken hoger dan
6,5 (conform aan de geldende voorschriften).
Voer het condenswater via een sifon rechtstreeks af in de het
binnenrioleringssysteem. Gezien de hoge zuurgraad (pH 2.5 tot 3) moet
de condensafvoer zijn gemaakt van daarvoor geschikte kunststof.
1. Installeer een kunststof afvoerpijp met een binnendiameter van
minimaal 32 mm die uitmondt in de het binnenrioleringssysteem.
2. Leg de condensafvoerpijp met een zodanig verval dat het water
zonder probleem via de sifon naar het binnenrioleringssysteem kan
weglopen. Het verval van de afvoerpijp moet minstens 30 mm per
meter bedragen voor een maximale horizontale lengte van 5 meter.
3. Monteer een stankafsluiter of sifon in de afvoerpijp.
Belangrijk
Maak geen vaste aansluitingen om onderhoud van de sifon
mogelijk te maken.
Belangrijk
Loos het condenswater niet in een dakgoot.
6 Installatie
-streep.
39
Advertenties
