7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
7.2
Checklist vóór inbedrijfstelling
7.3
Procedure voor inbedrijfstelling
Afb.56
Afb.57
Appliance status : DeAiration
7748912 - v01 - 28012020
De inbedrijfstellingsprocedure moet worden uitgevoerd als de ketel voor
de eerste keer in gebruik wordt genomen, als de ketel langdurig niet is
gebruikt (meer dan 28 dagen) of na voorvallen die een volledige
herinstallatie van de ketel vereisen. In bedrijf stellen van de ketel staat de
gebruiker toe de verschillende instellingen en de uit te voeren controles
om de ketel in alle veiligheid op te starten, te beoordelen.
1. Controleer of de installatie en de ketel goed met water zijn gevuld en
correct zijn ontlucht.
2. Controleer of de olietank gevuld is met stookolie en of de geleverde
olie overeenkomt met de aanbevolen stookolie.
3. Controleer de olieleiding op lekken.
4. Ontlucht de olietoevoerleiding van de tank tot het oliefilter in de ketel.
5. Controleer de waterdruk van de cv-installatie. De aanbevolen
waterdruk is 0,15 MPa (1,5 bar).
6. Controleer de koppelingen van de leidingen (brandstof en water) op
lekken.
7. Controleer de elektrische aansluitingen.
7.3.1
Wanneer het bedieningspaneel voor het eerst ingeschakeld wordt, kan er
tijdens de opstartcyclus een ventilatiecyclus gestart worden. Het display
toont verschillende korte informatie-items voor controle. Deze informatie-
items worden achter elkaar weergegeven.
1. Open de stookolietoevoer.
2. Schakel de ketel in met de AAN/UIT-schakelaar van de ketel.
De ketel is ingeschakeld. Het welkombericht wordt weergegeven.
3. Land selecteren.
4. Taal selecteren.
5. Stel de: Datum en tijd in.
6. Selecteer: Bevestigenom de instellingen op te slaan.
7. Stel de onderdelen (thermostaten, regeling) zodanig in dat er warmte
MW-2000981-01
wordt gevraagd.
8. De ketel start de opstartcyclus.
9. De ontluchtingscyclus wordt steeds automatisch uitgevoerd bij het
opstarten van het apparaat, als er een fout optreedt of tijdens een
Monday 09:03
handmatige reset als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
sanitair-warmwatersensor aangesloten;
sanitair-warmwatertemperatuur lager dan 35°C;
MW-5000951-1
De eerste inbedrijfstelling
Opgelet
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een
erkend installateur.
7 Inbedrijfstelling
51