7 Inbedrijfstelling
7.6
Laatste instructies voor de ingebruikname
58
2. Pas de stooklijn aan.
Voor meer informatie, zie
Stooklijn instellen, pagina 74
1. Breng het voorpaneel / de voorpanelen weer aan.
2. Voer de CV-installatietemperatuur op tot ongeveer 50°C.
3. Stel de ketel in op automatisch bedrijf.
4. Ontlucht de cv-installatie na circa 10 minuten.
5. Controleer de hydraulische druk. Vul zo nodig water bij in de
verwarmingsinstallatie (aanbevolen waterdruk tussen 0,15 en 0,18
MPa (1,5 en 1,8 bar)).
6. Controleer de stand van de membraan
7. Instrueer de gebruiker over de werking van het systeem, de ketel en
het bedieningspaneel.
8. Informeer de gebruiker over het noodzakelijke periodieke onderhoud.
9. Overhandig alle handleidingen aan de gebruiker.
De ketel is nu bedrijfsklaar.
7748912 - v01 - 28012020