Evenals bij alle andere infusiesystemen veroorzaken de werking van het pompmechanisme en variaties in de individuele spuiten bij deze pomp
kortetermijnfluctuaties in de nauwkeurigheid van de infusiesnelheid .
De volgende curves geven op twee manieren de kenmerkende werking van het systeem weer: 1) het vertraagd op gang komen van de
vloeistofstroom wanneer de infusie wordt opgestart (opstartcurves) en 2) de gemeten nauwkeurigheid van de vloeistofafgifte over verschillende
tijdsperioden (trechtercurves) .
In de opstartcurves wordt de continue flow afgezet tegen de bedrijfstijd vanaf de start van de infusie . Uit deze curves blijkt dat de vloeistof als
gevolg van mechanische compliantie niet onmiddellijk wordt afgegeven en de curves vormen een visuele representatie van uniformiteit . De
trechtercurves zijn afgeleid van het tweede uur van deze gegevens . De tests zijn uitgevoerd volgens de IEC/EN60601-2-24-standaard .
De trechtercurves danken hun naam aan hun karakteristieke vorm . Zij geven discrete gegevens weer die zijn gemiddeld over bepaalde
tijdsperioden of 'observatievensters'; in de curves worden geen continue gegevens afgezet tegen de bedrijfstijd . Bij lange observatievensters
hebben kortetermijnfluctuaties weinig effect op de nauwkeurigheid zoals die wordt weergegeven door het vlakke deel van de curve . Als het
observatievenster verkleind wordt, hebben kortetermijnfluctuaties een groter effect; dit blijkt uit het 'mondstuk' van de trechter .
Kennis van de systeemnauwkeurigheid met betrekking tot verschillende observatievensters kan van belang zijn wanneer bepaalde geneesmiddelen
worden toegediend . Kortetermijnfluctuaties in de nauwkeurigheid van de snelheid kunnen, afhankelijk van de halfwaardetijd van het geneesmiddel
dat wordt toegediend, een klinische impact hebben en daarom kan het klinische effect niet worden afgeleid uit de trechtercurves alleen .
De opstart- en trechtercurves hoeven niet indicatief te zijn voor de werking onder negatieve druk.
A
Verschillen in factoren als de omvang en de zuigerkracht van compatibele spuiten die door andere fabrikanten worden
geproduceerd, kunnen variaties veroorzaken in de nauwkeurigheid en trechtercurves in vergelijking met de hier weergegeven
curves. U kunt schriftelijk aanvullende curves voor compatibele spuiten aanvragen.
Voor toepassingen waarbij flowuniformiteit
Opstarttrend. BD Plastipak 50 ml bij 1,0 ml/u
Opstarttrend. BD Plastipak 50 ml bij 5,0 ml/u
Trechtercurvewaarden geven de minimale en maximale percentagefout weer bij 2 minuten en langetermijnnauwkeurigheid .
Trechtercurve bij 1,0 ml/u
Observatievenster (minuten)
Trechtercurve bij 5,0 ml/u
Observatievenster (minuten)
Prestatie met spuiten: BD Plastipak, B Braun Omnifix, Monoject, Once . 2 minuten
minimum/maximum +/- 5% @ 5,0 ml/u . Gemiddelde nauwkeurigheid lange
termijn +/- 2% is naast de trechtercurve-percentagefout .
Evaluatie over het bereik -100 mmHg tot +100 mmHg equivalent aan waterhoogte +/- 1,3 m, levert trechtercurves met de limieten die hierboven worden getoond .
Trechtercurves en opstartcurves
Tijd (minuten)
Tijd (minuten)
1000DF00454 Uitgave 5
van belang is, worden snelheden van 1,0 ml/u of hoger aanbevolen.
Trechtercurve. BD Plastipak 50ml bij 1,0 ml/u
Trechtercurve. BD Plastipak 50 ml bij 5,0 ml/u
Trechtercurve bij 5,0 ml/u
Prestatie met spuiten: IVAC, Zeneca, Terumo, Nipro, Fresenius, B Braun Perfusor
en JMS . 2 minuten minimum/maximum +/- 7,5% bij 5,0 ml/u . Gemiddelde
nauwkeurigheid lange termijn +/- 2% is naast de trechtercurve-percentagefout .
30/32
Observatievenster (minuten)
Observatievenster (minuten)
Trechtercurve bij 1,0 ml/u
Observatievenster (minuten)
Observatievenster (minuten)