Maaidek verwijderen
Opmerking: Voordat u het maaidek verwijdert,
moet u onthouden in welke gaten de stelbeugels
zijn geplaatst (Figuur 49).
1. Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de
parkeerstand, schakel de motor uit, verwijder
het contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen
alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
3. Zet de maaihoogtehendel in de laagste stand.
4. Verwijder de R-pen en de gaffelpen uit de
achterste draaipenstang aan beide kanten van
het maaidek (Figuur 48).
Figuur 48
1. R-pen en gaffelpen
5. Verwijder de R-pen en de ring uit de stelstang
(Figuur 49) aan beide kanten van het maaidek.
6. Verwijder de R-pen en de ring op de stelbeugels
van het maaidek (Figuur 49) aan beide kanten
van het maaidek. Onthoud in welk gat de
stelbeugel is geplaatst voor latere montage.
Schuif de beugels van de bevestigingspen.
Figuur 49
1. Stelbeugel
2. R-pen en ring
2. Steunstang
3. Stelstang
7. Schuif het maaidek naar achteren om de
drijfriem van het maaidek te verwijderen van
de motorpoelie.
8. Schuif het maaidek weg van onder de machine.
Opmerking: Bewaar alle onderdelen voor
latere montage.
Onderhoud drijfriem van
maaidek
Riemen controleren
Controleer alle riemen om de 100 bedrijfsuren.
Controleer de riemen op scheuren, gerafelde
randen, schroeiplekken of andere schade. Vervang
beschadigde riemen.
Drijfriem van maaidek vervangen
Tekenen dat een riem aan het slijten is, zijn: gieren
tijdens het draaien van de riem, slippen van de
messen tijdens het maaien, gerafelde randen,
schroeiplekken en scheuren. Vervang de riem als u
deze zaken constateert.
1. Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak en schakel de aftakas uit.
2. Zet de rijhendels naar buiten in de
parkeerstand, schakel de motor uit, verwijder
het contactsleuteltje en wacht totdat alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen
alvorens de bestuurdersstoel te verlaten.
3. Zet de maaihoogte op stand A 38 mm.
4. Verwijder de drijfriemkappen op de buitenste
assen en maak de riemgeleider los (Figuur 50).
37