Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning
controleren
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke
bandenspanning kan leiden tot onregelmatige
maairesultaten. Controleer de spanning bij het
ventiel om de 25 bedrijfsuren of maandelijks,
waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden (Figuur 37). De bandenspanning kan
het best bij koude banden worden gecontroleerd.
Achterbanden: 90 kPa (13 psi)
Voorwielen (zwenkwielen): 139 kPa (35 psi)
Figuur 37
1. Ventiel
Onderhoud van het
maaidek
Onderhoud van de
maaimessen
Zorg gedurende het hele maaiseizoen voor scherpe
maaimessen. Scherpe messen snijden het gras
goed af zonder het te scheuren of te kwetsen.
Door scheuren en kwetsen wordt het gras bruin
aan de randen, waardoor het langzamer groeit en
gevoeliger is voor ziekten.
Controleer elke dag of de maaimessen scherp
zijn en of ze versleten of beschadigd zijn. Vijl
regelmatig kerven en inkepingen weg en slijp de
messen indien dit nodig is. Als een mes beschadigd
of versleten is, moet u dit onmiddellijk vervangen
door een origineel Toro mes. Om het slijpen en
vervangen te vergemakkelijken, is het handig extra
messen in voorraad te hebben.
Een versleten of beschadigd mes kan
breken en een stuk van het mes kan worden
uitgeworpen in de richting van de gebruiker
of omstanders en ernstig lichamelijk of
dodelijk letsel toebrengen.
• Controleer op gezette tijden het maaimes
op slijtage of beschadigingen.
• Vervang een versleten of beschadigd
mes.
Vóór controle en onderhoud van de
maaimessen
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit en zet de rijhendels in de
parkeerstand. Zet de motor af, verwijder het
sleuteltje en maak de bougiekabels(s) los van de
bougie(s).
De maaimessen controleren
1. Controleer de snijranden (Figuur 38). Als de
randen niet scherp zijn of bramen vertonen,
moet u de maaimessen verwijderen en slijpen;
zie Maaimessen slijpen.
2. Controleer de messen, met name het gebogen
deel (Figuur 38). Als u beschadigingen, slijtage
of groefvorming in dit deel constateert (punt 3
in Figuur 38), moet u het mes direct vervangen
Figuur 38
1. Snijrand
2. Gebogen deel
Controle op kromme messen
1. Draai de messen totdat de uiteinden in de
lengterichting liggen (Figuur 39). Meet de
33
3. Slijtage/groefvorming