16. WERKING
COMMANDO'S
■
OPEN
A- Voor volledige beweging
Volledige beweging betekent 100% uitslag. Bij auto-
matisering van 2 vleugels opent Vleugel1 als eerste
(als de vertraging is geprogrammeerd).
■
OPEN B
- Voor gedeeltelijke beweging
Bij automatisering met één vleugel staat een gedeel-
telijke beweging voor een slag van 50%.
Bij automatisering met 2 vleugels staat een gedeelte-
lijke beweging voor een slag van 100% van Vleugel1.
Vleugel1 opent als eerste (als de vertraging is gepro-
grammeerd).
■
STOP
- Stop totdat de knop wordt gereset
WERKING OP BATTERIJEN (INDIEN AANWEZIG)
Als er geen netspanning is, werkt de automatisering
op batterijen totdat de accuspanning daalt tot de
drempelwaarde: 16 V " .
SIGNALERING Bij elke beweging die op de batterij
wordt uitgevoerd, heeft het zwaailicht een versnelde
frequentie. Bovendien kan een signalering worden
geprogrammeerd op een specifieke uitgang.
SLEEP-modus Als de lading tot de drempelwaarde
daalt, schakelt de kaart over naar de SLEEP-mo-
dus: automatisering werkt NIET, display is uit, led
IN
knippert met een frequentie van 4 s. De normale
werking wordt hervat zodra de netspanning hersteld
is.
DETECTIEAPPARATUUR
■ FOTOCELLEN TIJDENS SLUITING
De werking van de fotocellen tijdens het sluiten regelt
de opening. Een alternatieve werking kan worden
geconfigureerd vanuit Geavanceerde programme-
Ph
ring, Functie
: de werking van de fotocellen regelt
een onmiddellijke stop en bepaalt het openen bij
uitschakeling.
Als de sluitingsfotocellen worden ingezet bij stilstaande vleugels,
verhinderen ze het sluiten totdat ze worden uitgeschakeld.
■ FOTOCELLEN TIJDENS OPENING
De werking van de fotocellen regelt de stop.
■ OPENINGS-/SLUITINGSFOTOCELLEN
De werking van de fotocellen regelt de stop.
■ VEILIGHEID DOOR SCHAKELLIJST
De obstakeldetectie tijdens het openen of sluiten
veroorzaakt 2 s. lang de omkering van de beweging
en vervolgens stopt de automatisering.
■ OBSTAKELHERKENNING DOOR KAART of ENCODER
De obstakelherkenning tijdens het openen of sluiten
veroorzaakt de omkering van de beweging (BEKNEL-
LINGSBEVEILIGING) en vervolgens stopt de automa-
E124S
tisering.
ACCESSOIRES
■ WAARSCHUWINGSLAMP
Deze gaat branden tijdens het openen en blijft aan
totdat de automatisering geopend is. Knippert tijdens
het sluiten. Is uit als de automatisering gesloten is.
■ NACHTLAMPJE
Gaat branden tijdens de bewegingen en blijft gedu-
rende de geprogrammeerde tijd branden (
■ STOPLICHT
Deze gaat branden tijdens het openen en blijft bran-
den zolang de automatisering geopend is.
WERKINGSLOGICA'S
L
In alle logica's heeft het STOP-commando voorrang en
wordt de werking van de automatisering geblokkeerd.
Het CLOSE-commando regelt altijd het sluiten.
E
■
HALFAUTOMATISCH
Deze logica gebruikt uitsluitend het OPEN-commando.
OPEN
als het automatiseringssysteem gesloten is,
wordt de opening bestuurd.
OPEN
als het automatiseringssysteem geopend is,
wordt de sluiting bestuurd.
OPEN
tijdens het openen, zorgt voor blokkering en
het volgende OPEN-commando zorgt voor het sluiten.
OPEN
bestuurt tijdens de opening de nieuwe ope-
ning.
De werking van de fotocellen tijdens de beweging regelt
de omkering.
EP
■
HALFAUTOMATISCH STAPSGEWIJS
Deze logica gebruikt uitsluitend het OPEN-commando.
OPEN
als het automatiseringssysteem gesloten is,
wordt de opening bestuurd.
OPEN
als het automatiseringssysteem geopend is,
wordt de sluiting bestuurd.
OPEN
tijdens de opening of de sluiting, blokkeert en
het volgende commando
De werking van de fotocellen tijdens de beweging regelt
de omkering.
S
■
AUTOMATISCH BEVEILIGING
Deze logica gebruikt uitsluitend het OPEN-commando.
OPEN
als het automatiseringssysteem gesloten is,
wordt de opening bestuurd. Het automatiserings-
systeem sluit automatisch weer na een pauzetijd.
OPEN
tijdens het openen, regelt het sluiten.
OPEN
tijdens de pauze, regelt de sluiting.
OPEN
bestuurt tijdens de opening de nieuwe ope-
ning.
40
t1
).
OPEN
keert de beweging om.
532434 - Rev.A