GATECODER (ENC)
17 18 19 20
Gatecoder 2
Gatecoder 1
Sluit de (optionele) encoder FAAC Gatecoder aan op
klemmenbord ENC. Op de afbeelding is de aanslui-
ting te zien van een Gatecoder op Vleugel1 en een op
Vleugel2. Als er slechts één Gatecoder wordt gebruikt,
is het niet nodig om ongebruikte ingangen te aarden.
Klemmenbord Gatecoder
17 ENC1 Gatecoder op Vleugel1
18 ENC2 Gatecoder op Vleugel2
19 +24 Voeding accessoires
20
GND
Gemeenschappelijke contacten
- Functies die beschikbaar zijn in de geavanceerde
En
programmering:
PROGRAMMEERBARE UITGANGEN (OUT1, OUT2)
OUT1
OUT2
-
+
-
+
!
Neem de maximale belasting per uitgang in acht: 24
V " met 100 mA.
Elke Open Collector-uitgang, type NO, wordt geacti-
veerd volgens de geprogrammeerde functie.
OUT actief
24 V "
- Functies die beschikbaar zijn in de geavanceerde programmering:
o1
(OUT1 - standaard: ALTIJD ACTIEF)
o2
(OUT2 - standaard: WAARSCHUWINGSLAMP)
t1
t2
,
(OUT1-, OUT2-timing: duur van de uitgang als een
getimde functie is geprogrammeerd).
ZWAAILICHT 24 V " (LAMP)
!
Neem de maximale belasting van 24 V " bij 15 W in acht.
Het zwaailicht signaleert de beweging van de automa-
tisering en moet op een van buitenaf en van binnenuit
zichtbare plaats worden geïnstalleerd.
E124S
(schakelt encoders in/uit).
OUT niet actief
circuit open
Sluit het zwaailicht aan op de intermitterende uitgang
van het klemmenbord LAMP.
- Functies die beschikbaar zijn in de geavanceerde program-
P F
mering:
(voorknipperen - inschakeling 3 s vóór de
AS
beweging,
verzoek voor gepland onderhoud - 8 s extra
voorknipperen).
ELEKTRISCH SLOT (LOCK/ OUT1, OUT2)
E124S beheert een elektrisch slot om de vleugel in de
gesloten stand te vergrendelen.
Sluit het elektrische slot FAAC aan op het klemmen-
bord LOCK.
Als er een elektrisch slot wordt gebruikt dat NIET van
FAAC is, sluit dan een geschikt 24 " interface-relais
aan op een van de programmeerbare OUT1/OUT2-
uitgangen. Gebruik een externe voeding om het
elektrische slot van stroom te voorzien.
Programmeer vervolgens de uitgang voor het elek-
trische slot dat NIET van FAAC is (Geavanceerde
o1
programmering:
/
- Functies die beschikbaar zijn in geavanceerde programme-
cS
ring:
(laatste slag bij het sluiten),
EL
het openen),
(elektrisch slot op Vleugel2).
MOTOR 1 (MOT1)
MOT1
MOT2
1 2 1 2
M1
Bij automatiseringen met een enkele vleugel moet de
motor worden aangesloten op MOT1.
Bij automatiseringen met 2 vleugels moet de motor
van de vleugel die als eerste opengaat (VLEUGEL1)
aangesloten worden op MOT1. Houd rekening met
de vleugel met overlapping, indien aanwezig.
- Functies die beschikbaar zijn in de basisprogrammering:
Cd
(aantal motoren),
(sluitingsvertraging - optie voor automa-
tisering met 2 vleugels).
MOTOR 2 (MOT2)
MOT1
MOT2
1 2 1 2
M2
Bij automatiseringen met 2 vleugels moet de motor
van de vleugel die als tweede opengaat (VLEUGEL2)
aangesloten worden op MOT2.
13
o2
11
=
).
rS
(omgekeerde slag bij
532434 - Rev.A
Mn