9. RELAISFOTOCELLEN
!
Fotocellen zijn aanvullende detectieapparaten van
het type D (volgens de norm EN 12453) die de kans
op contact met de bewegende vleugel verminde-
ren. Fotocellen zijn geen veiligheidsvoorzieningen
volgens norm EN 12978. Detectieapparaten die als
veiligheidsaccessoire worden gebruikt ter bescherming
tegen een risico (bijv. schakellijsten) moeten voldoen
aan norm EN 12978.
Gebruik relaisfotocellen met NC-contact. Wanneer er
meerdere fotocellen geïnstalleerd worden, moeten de
contacten seriegeschakeld worden. De IN4- en IN5-
ingangen op de kaart, indien niet gebruikt, moeten
worden doorverbonden met de GND-klem (of met de
uitgang die is geprogrammeerd als FAIL-SAFE, als deze
is ingeschakeld).
Plaats en sluit de fotocellen aan voor het beoogde
gebruik:
CL - SLUITINGSFOTOCELLEN Actief tijdens sluiting in hun
detectiegebied.
OP - OPENINGSFOTOCELLEN Actief tijdens opening in
hun detectiegebied.
OP/CL - OPENINGS-/SLUITINGSFOTOCELLEN Altijd actief in
hun detectiegebied.
Sluit 1 sluitings- of openingsfotocelpaar aan
IN4 o IN5
1
2
3
4
GND
5
+24V
Sluit 2 sluitings- of openingsfotocelparen aan
IN4 o IN5
1
2
3
4
GND
5
+24V
GND
1
2
+24V
E124S
FUNCTIETEST (FAIL-SAFE)
Indien ingeschakeld, wordt de functietest vóór elke
beweging uitgevoerd: de kaart onderbreekt kort
de stroomtoevoer naar de zenders en controleert
de verandering van de ingangsstatus. Als de test
mislukt, genereert de kaart een fout en wordt de
beweging belet.
1. Sluit de min van de zender aan op de min van de
2. Schakel
- bij Geavanceerde programmering,
Positionering van de fotocellen
Sluit 1 sluitings- en openingsfotocelpaar aan
1
GND
2
+24V
GND
+24V
Sluit 1 sluitings- en 1 openingsfotocelpaar aan
1
GND
2
+24V
GND
+24V
1
2
GND
3
4
+24V
5
30
OUT1- of OUT2-uitgang.
FAIL-SAFE
in op de gebruikte uitgang:
OP/CL
CL
IN4 IN5
1
2
3
4
5
IN4 IN5
1
2
3
4
5
1
GND
2
+24V
o1
o2
01
of
=
OP
1
GND
+24V
2
1
GND
+24V
2
1
2
GND
3
4
+24V
5
16
532434 - Rev.A