4
Cabine
Bedieningselementen van de verwar-
ming
De bedieningselementen van de verwarming
bestaan uit:
1
Regelknop voor het verwarmingsniveau
2
Regelknop voor de ventilator
3
Regelknop voor de ventilatieopening
Ventilator en verwarming inschakelen
– Draai de regelknop voor de ventilator (2)
naar de gewenste ventilatorstand.
De ventilator loopt met het toerental dat met
de regelknop voor de ventilator (2) is gekozen.
– Draai de regelknop voor het verwarmingsni-
veau (1) naar het gewenste verwarmingsni-
veau.
De verwarming verwarmt de lucht tot het ver-
warmingsniveau is bereikt dat met de regel-
knop voor het verwarmingsniveau (1) is inge-
steld.
– Draai de regelknop voor de ventilatieope-
ning (3) in de gewenste stand.
Ventilatorniveaus selecteren
– Als u een lager ventilatorvermogen wilt se-
lecteren, dan draait u de regelknop voor de
ventilator (2) linksom.
– Als u een hoger ventilatorvermogen wilt se-
lecteren, dan draait u de regelknop voor de
ventilator (2) rechtsom.
Verwarmingsniveaus instellen
– Om een lager ventilatorvermogen in te stel-
len, draait u de regelknop voor het verwar-
mingsniveau (1) linksom.
– Om een hoger ventilatorvermogen in te stel-
len, draait u de regelknop voor het verwar-
mingsniveau (1) rechtsom.
400
56368011505 NL - 06/2023 - 15
Bediening
0